Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Periode 2 - week 50 - H. 4.6 verwijswoorden
Donderdag 18 november
AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
--> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
--> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76
-agenda
-boek, schrift, pen
PAK JE:
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Donderdag 18 november
AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
--> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
--> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76
-agenda
-boek, schrift, pen
PAK JE:
Slide 1 - Tekstslide
Donderdag 18 november
AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
--> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
--> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76
H.4.6-Schrijven, p. 161:
opdr.
8 en 9
SCHRIJF IN JE AGENDA
Huiswerk donderdag 16-12, 5e uur:
Slide 2 - Tekstslide
Wat verwacht ik van jullie?
Zorg dat je al je spullen bij je hebt: opgeladen Chromebook, lesboek, schrift, pen.
Pak direct je spullen en zet je tas op de grond.
Eén iemand heeft het woord.
Tijdens werktijd wordt er gewerkt.
Slide 3 - Tekstslide
Woensdag 15 december
Wat gaan we doen?
H. 4.6-Schrijven - theorie verwijswoorden
H. 4.6-Schrijven - werktijd
Om er even in te komen...
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Donderdag 18 november
AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
--> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
--> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76
H.4.6-Schrijven
p. 161
We lezen samen:
Slide 6 - Tekstslide
Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag
H. 4.6-Schrijven, p. 161:
opdr. 8 + 9
Wat?
Met wie?
Hulp?
Klaar?
Zelfstandig
Vraag je buur of steek je vinger op
timer
15:00
Werk aan je samenvatting voor de toetsstof.
Slide 7 - Tekstslide
quizje - zes vragen
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn verwijswoorden?
A
Een woord dat een schuldige aanwijst
B
Een groepje woorden.
C
Een woord dat verwijst naar een ander woord of stukje tekst.
D
Een woord dat gebruikt wordt om de tekst beter leesbaar te maken.
Slide 9 - Quizvraag
Voorbeelden van verwijswoorden zijn...
A
Waarom, zoals, soms...
B
Hij, zij, het, die...
C
Ten eerste, ten tweede, tot slot...
D
Tara, Joost, Ari, Van den Berg...
Slide 10 - Quizvraag
wat zijn verwijswoorden ?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat
Slide 11 - Quizvraag
Je gebruikt verwijswoorden om...
A
... het moeilijker te maken voor de lezer.
B
... de tekst korter te maken.
C
... meer afwisseling in de tekst te krijgen.
Slide 12 - Quizvraag
Het meisje dat mij helpt.
of
Het meisje die mij helpt.
A
Team Die!
B
Team Dat!
Slide 13 - Quizvraag
Wat ging er in deze les goed bij jou?
A
Luisteren naar anderen
B
Concentreren op de les
C
Meepraten over de lesinhoud
D
Antwoord geven op de vragen
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Periode 2 - week 50 - H.4.6-Schrijven
December 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 50 - Extra Spelling
December 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 2 - Schrijven
Januari 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 2 - H. 4.6 Schrijftaak
Januari 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 49 - H.4.6-Schrijven
December 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 49 - H.4.6-Schrijven
December 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 48 - H.4.6-Schrijven
December 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Periode 2 - week 48 - H.4.6-Schrijven
December 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1