Instructie 11.5 Het netvlies

11.2 vraag 7
Leg uit waarom je niet goed proeft als je verkouden bent.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

11.2 vraag 7
Leg uit waarom je niet goed proeft als je verkouden bent.

Slide 1 - Open vraag

11.3 vraag 3

Slide 2 - Open vraag

11.4 vraag 3a
Wat is accommoderen
A
sterkte ooglens aanpassen aan afstand
B
verkleind beeld weergeven op netvlies
C
breken van lichtstralen in ooglens
D
omgekeerde beeld voorwerp rechtop zetten in hersenen

Slide 3 - Quizvraag

11.4 vraag 3b
Welk deel zorgt ervoor dat je een voorwerp op de juiste grootte ziet?
A
gezichtscentra in de hersenen
B
lensbandjes en kringspieren
C
lens en hoornvlies

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

vraag 4

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

vraag 4

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 14 - Quizvraag

Door de lens wordt het beeld op het netvlies ..... en .....
A
groter en kleiner
B
omgekeerd en groter
C
scherper en omgekeerd
D
omgekeerd en kleiner

Slide 15 - Quizvraag

Harrie loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 16 - Quizvraag

Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 17 - Quizvraag


Het licht valt op het netvlies volgens de richting van de pijl.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

uitloper zenuwcel
staafje
kegeltje
zenuwcel
blinde vlek
oogzenuw
gele vlek

Slide 19 - Sleepvraag