5.1 - Industrie en samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H5 - Burgers en stoommachines

19e eeuw

1800-1900

Wat gaan we doen vandaag?

Lesopening: pak je boek / nakijken

Lesdoelen: herhaling en oefenen

Terugblik: Wat hebben we gedaan?

instructie: uitleg praktische opdracht

begeleid oefenen: begrippen doornemen

zelfstandig werken: herhaling maken

reflectie: hoe is het gegaan?

Industriële revolutie

Lesdoelen

....leer je wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen.

.....leer je hoe en waardoor de productie toenam.

.....leer je wat vanaf 1870 veranderde in de industrie.

....leer je wat veranderde in de samenleving.

Terugblik

Huiswerk controle

verboden woord

Instructie

5.1 Industrie en samenleving

1. Je weet wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen

2. Je weet hoe en waardoor de productie toenam

3. Je weet wat er vanaf 1870 veranderde in de industrie

4. Je weet wat er veranderde in de samenleving

Onderwerp

De industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

Grote veranderingen

De periode vanaf 1800 wordt de moderne tijd genoemd -> leven verandert drastisch

Veranderingen

- Van landbouw naar fabrieken

- Handarbeid wordt vervangen door machines

- Reizen per trein of stoomschip ipv met paard of te voet

-  Verlichting op straat

- Nieuwe producten, zoals lucifers, blikvoedsel en telefoons

Liverpool in Engeland rond 1900

3. Verandering industrie
Nieuwe woorden

3. Verandering industrie

Vanaf 1870 gaan de veranderingen sneller

Kunstmest, aardolie, plastic, voedingsmiddel

Ontwikkeling van de gloeilamp, uitgevonden door Thomas Edison

Eerst waren er individuele uitvindingen en daarna, later komt dit bij bedrijven terecht

4. Industriële samenleving

Industriële samenleving: meer dan de helft van de bevolking in steden woonde en de meeste mensen werkten in de industrie- en dienstensector

Grote bevolkingsgroei en steden breiden uit door grote voedselproductie

Handelskapitalisme wordt industrieel kapitalisme

Relatie tussen werknemer en werkgever wordt onpersoonlijker en lonen werknemers zijn laag

Begeleid oefenen

In de industriële samenleving woonde ..... dan de helft van de bevolking in steden.

1. meer
2. minder

In de industriële werkte een ..... deel van de bevolking in de industrie- en dienstensector.

1. groot
2. klein

In de industriële werkte een ..... deel van de bevolking in de landbouwsector.

1. groot
2. klein

De mannen en vrouwen op deze afbeelding werkten in de .....

1. landbouw
2. industrie
3. diensten

De vrouwen met witte schorten werkten in de .....

1. landbouw
2. industrie
3. diensten

Zelfstandig werken

Basis/intensief: Opdracht 1 t/m 9

Plus: Opdracht 3, 4, 5, 8 en 9

blz. 119/121

Huiswerk / Evaluatie

Heb je je werk nog niet af?
Dan is het huiswerk voor de volgende les.