H4L7 - 1VMA - Donderdag 18 april - 4.7 Grammatica - schrijfopdracht uitleggen

Welkom 1VMA :)

Planning van dit uur
  • Presentaties van Nina, Ireen en Eva 
  • Huiswerk bespreken: opdracht 8 t/m 11 + 14 van 4.7 Grammatica 
  • Schrijfopdracht uitleggen
  • Zelfstandig werken aan schrijfopdracht 


Aan het einde van deze les
  • weet je wat de schrijfopdracht is; 
  • ben je gestart met de schrijfopdracht. 



timer
10:00
Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Boekpresentaties (vanaf vandaag, planning op Som) 
  • SO Spelling 1.8, 2.8 ,3.8 en 4.8
  • Schrijfopdracht informatieve tekst
  • Repetitie H4 + H5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1VMA :)

Planning van dit uur
  • Presentaties van Nina, Ireen en Eva 
  • Huiswerk bespreken: opdracht 8 t/m 11 + 14 van 4.7 Grammatica 
  • Schrijfopdracht uitleggen
  • Zelfstandig werken aan schrijfopdracht 


Aan het einde van deze les
  • weet je wat de schrijfopdracht is; 
  • ben je gestart met de schrijfopdracht. 



timer
10:00
Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Boekpresentaties (vanaf vandaag, planning op Som) 
  • SO Spelling 1.8, 2.8 ,3.8 en 4.8
  • Schrijfopdracht informatieve tekst
  • Repetitie H4 + H5

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven
Moeten jullie vaak een tekst schrijven/typen?
Heeft er iemand een voorbeeld? 

En hoe vinden jullie dat? 

Slide 2 - Tekstslide

Jullie gaan zelf een informatieve tekst schrijven, over één van deze onderwerpen


  • spoken word
  • djembé 
  • kanopolo
  • sportklimmen
  • onderwaterdammen
  •  macramé
  • ijsklimmen
  • skizweven
  • origami
  • zandsurven
  • rocailles
  • bobsleeen
Lees de onderwerpen alvast goed door, straks ga je er één kiezen 

Let op: eigen keuze mag niet 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is ook alweer het doel van een informatieve tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 4 - Quizvraag

Wat staat er in een informatieve tekst?
A
feiten
B
meningen

Slide 5 - Quizvraag

Waar moet een schrijver op letten als hij een informatieve tekst gaat schrijven?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Zo bouw je dus een goede tekst op
Titel
- Onderwerp noemen
- Aandacht trekken
Witregel
Inleiding
- Onderwerp noemen
- Aandacht trekken (binnenkomer)
Witregel
Kern
- Informatie geven 
Witregel
Slot
- Herhaal het belangrijkste uit de tekst (geen nieuwe informatie)
- Geef je mening

Slide 8 - Tekstslide

Stel: je schrijft een tekst over springtouwen.

De hele tekst gaat over:
A
een hoofdonderwerp
B
een deelonderwerp

Slide 9 - Quizvraag

Stel: je schrijft een tekst over springtouwen.

Alinea 3 gaat over de geschiedenis van springtouwen.

Alinea 3 gaat over:
A
een hoofdonderwerp
B
een deelonderwerp

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdonderwerp kermis
- Deelonderwerp 1 : wanneer is de kermis ontstaan? (geschiedenis)
- Deelonderwerp 2 : wat staat er allemaal op een kermis? (attracties) 
- Deelonderwerp 3 : hoe leven de mensen op de kermis? (medewerkers) 

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdonderwerp
- Deelonderwerp 1
- Deelonderwerp 2
- Deelonderwerp 3

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdonderwerp
- Deelonderwerp 1
Wat heb je nodig voor deze hobby?
- Deelonderwerp 2
Wanneer is deze hobby ontstaan?
- Deelonderwerp 3
Waarom zou je deze hobby moeten uitvoeren? 

Slide 13 - Tekstslide

Zo bouw je dus een goede tekst op
Titel
- Onderwerp noemen
- Aandacht trekken
Witregel
Inleiding
- Onderwerp noemen
- Aandacht trekken (binnenkomer)
Witregel
Kern
Alinea 1 - deelonderwerp 1 
Witregel
Alinea 2 - deelonderwerp 2
Witregel
Alinea 3 - deelonderwerp 3
Witregel
Slot
Herhaal het belangrijkste uit de tekst (geen nieuwe informatie)
Geef je mening

Slide 14 - Tekstslide

Schrijfopdracht voorlezen + meelezen 

Slide 15 - Tekstslide

                   Individueel werken
timer
5:00
Wat
- Lees de twee voorbeeldteksten
- Schrijf één goed en één minder goed punt op per tekst
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs 
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Over deze teksten ga je straks met degene naast je beslissen welke je het beste vond 
Klaar
Wacht in stilte tot iedereen klaar is met lezen 

Slide 16 - Tekstslide

                   Samenwerken
timer
3:00
Wat
Overleg met degene naast je welke tekst je het beste vond en waarom. 
Noem minimaal drie redenen.
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs 
Tijd
Ongeveer drie minuten
Uitkomst
Straks vraag ik twee leerlingen welke tekst ze het beste vonden en waarom
Klaar
Zorg dat je voorbereid bent om voor de klas te spreken, schrijf het belangrijkste op 

Slide 17 - Tekstslide

timer
5:00
Welk onderwerp wil jij kiezen voor de informatieve tekst? Je mag even Googlen wat alles is.

Slide 18 - Woordweb

Voor jouw onderwerp moet je drie deelonderwerpen kiezen.
Je kan daar de wie/wat/waar/waarom/wanneer/hoe-vragen voor gebruiken.

Kies nu één van deze vragen over het onderwerp dat jij hebt gekozen. Schrijf het antwoord op.
Je mag Google gebruiken om op het antwoord te komen.

Wie doet het, wat is het, waar doe je het, waarom doe je het, wanneer doe je het of hoe doe je het?
timer
5:00

Slide 19 - Open vraag

Kies drie deelonderwerpen voor jouw onderwerp.
Denk voor inspiratie aan de 5W1H-vragen: wie, wat wanneer, waar, waarom en hoe.

Schrijf ze hieronder op.

Klaar? Open een nieuw Word-bestand en start met het schrijven van jouw informatieve tekst!
timer
5:00

Slide 20 - Open vraag