Zuivel basis oefenvragen

Zuivel - Herhaling
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zuivel - Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Quizvragen uit vorige lessen

Deze les is bedoeld als een korte herhaling om je kennis van alle lessen te testen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de verschillende kwaliteitsgebreken in melk

Slide 3 - Open vraag

Vetsplitsing
Te hoog totaal kiemgetal
Te hoog kiemgetal aan thermoresistente micro-organismen
Te hoog vriespunt
Aanwezigheid van boterzuurbacteriën of hun sporen
Vuil in de melk
Aanwezigheid van desinfectiemiddelen
Te veel witte bloedcellen in de melk
Aanwezigheid van antibiotica
Wanneer geeft een koe melk?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de 1e melk van de koe, en wat is hier bijzonder aan

Slide 5 - Open vraag

Biest, deze heeft wel 33% droge stof. In de biest zitten veel meer vetten en eiwitten dan in gewone melk. Biest heeft ongeveer 20% eiwit. Een belangrijk deel hiervan van antistoffen of immunoglobulinen. Hierdoor is biest is een wonderdrank voor het kalf. Het kalf is door de antistoffen beschermd tegen de eerste ziekteverwekkers.
Waarom wordt de biest niet gebruikt in het productieproces van zuivel?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met melk waarin bloedsporen zitten?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke temperatuur wordt de melk bewaard bij de boer?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eiwitgehalte van rauwe melk?
A
3,4%
B
4,4%
C
4,6%
D
5,1%

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het suikergehalte van rauwe melk?
A
3,4%
B
4,4%
C
4,6%
D
5,1%

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vetgehalte van:
Rauwe melk - Volle melk - Halfvolle melk - Magere melk

Slide 11 - Open vraag

Vetgehalte rauwe melk is 4,4% vet
Vetgehalte volle melk is 3,5% vet
Vetgehalte halfvolle melk is 1,5% vet
Vetgehalte magere melk is 0,5% vet
Sleep de eigenschappen naar de juiste eiwitten.
Serum- eiwitten
Caseïne- eiwitten
Goed oplosbaar
Slecht oplosbaar
Vormen klonten
Losse Moleculen
Wei-eiwitten
Kaasstof

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 controlepunten waarop de melk in de melkfabriek onderzocht wordt.

Slide 13 - Open vraag

-vetgehalte
-eiwitgehalte
-vuil in de melk
-algemeen kiemgetal
-kiemgetal theromoresisten m.o.
-boterzuurbacterie
-viespunt
-celgetal (witte bloedcellen)
-reinigings- of desinfectiemiddel
-antibiotica
Noem de twee belangrijkste eiwitten die in de melk voorkomen

Slide 14 - Open vraag

De belangrijkste eiwitten in melk zijn:
- kaasstof (caseïne)
- serumeiwit
Welke vitamines zitten vooral in melk?
A
A-B-C
B
A-B-D
C
D-E-K
D
A-E-K

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft invloed op de samenstelling van de melk?

Slide 16 - Open vraag

- waar in de lactatieperiode
- genetische factoren, soort ras
- jaargetijde, voer
Hoe wordt melksuiker ook wel genoemd?

Slide 17 - Open vraag

Lactose
Een mogelijk ander antwoord zou kunnen zijn:
Disacharide van galactose en glucose
Hoe noemen we de vrachtwagen die de melk bij de boerderij ophaalt om naar de melkfabriek te brengen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op basis van welke zaken wordt een boer betaald voor de geleverde melk?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een koe heeft kuilvoer gegeten welke zeer nat is ingekuild, welke gevolgen kan dat hebben voor de melk en de kaas?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 3 belangrijke enzymen in de melk of bij de bereiding van zuivelproducten.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het dat weidekaas geler is dan stalkaas?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een RMO chauffeur beoordeeld de melk voorafgaand aan het laden. Waarop wordt beoordeeld?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een RMO zitten keerschotten, om te voorkomen dat melk gaat schuimen. Waarom mag dat niet?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je doen voor de toets
  • Alle lessen hebben afgerond en goedgekeurd door de docent.
  • Alle theorievragen, praktijkvragen en praktijkopdrachten gemaakt en laten controleren en aftekenen door de docent en/of de praktijkbegeleider.
Heb je dit gedaan? Vraag dan een toets moment aan bij de docent.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kennen voor de toets?
Jij:
• Kan de melksamenstelling benoemen.
• Kan de veranderingen van de melk tijdens de lactatieperiode benoemen.
• Kan factoren benoemen die invloed hebben op de melksamenstelling.
• Kent de betekenis van kwaliteit.
• Kan toelichten op basis van welke factoren de prijs van de melk bepaald wordt.
• Kunt de gebreken van melk benoemen en toelichten.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kennen voor de toets?
Jij:
• kan de gemiddelde melksamenstelling noemen.
• kan van verschillende voedingsstoffen in de melk een uitleg geven.
• kan uitleggen welke factoren invloed hebben op de samenstelling van de melk.
• kan uitleggen welke factoren invloed hebben op de samenstelling van de melk.
• kan de werkzaamheden van de RMO chauffeur en het transport van boerderij naar fabriek benoemen en toelichten.



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak de praktijkopdracht die aangegeven staat bij les 5 van je leerwerkboek en lever deze in bij je praktijkbegeleider voor een beoordeling. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?



Succes met leren!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies