Les 2

Les 2 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Vreemdelingenrecht
Het vreemdelingenrecht is een verzameling wet- en regelgeving die de positie van vreemdelingen regelt: mensen die in Nederland wonen, maar zelf geen Nederlander zijn. 

Wat is dan een Nederlander?

Slide 2 - Tekstslide

Nederlanderschap
Nederlanderschap houdt in dat jij de Nederlandse nationaliteit bezit. Alleen wanneer je Nederlander bent --> Nederlands paspoort of een Nederlandse identiteitskaart aanvragen.

Slide 3 - Tekstslide

3 manieren Nederlandse nationaliteit 
Volgens de Rijkswet op het Nederlanderschap:
  • Van rechtswege 
  • Optie procedure
  • Naturalisatie procedure

Slide 4 - Tekstslide

Van rechtswege: je verkrijgt het Nederlanderschap automatisch.
  • Nederland kent het bloedbandbeginsel. Dit houdt in dat als één van jouw juridische ouders de Nederlandse nationaliteit heeft jij van rechtswege (automatisch) de Nederlandse nationaliteit krijgt. 
  • Denk ook aan erkenning en adoptie (juridische ouder(s) moeten dan ook Nederlandse nationaliteit hebben)

Slide 5 - Tekstslide

De optieprocedure of naturalisatieprocedure (als je niet van rechtswege de Nederlandse nationaliteit bezit).
 
De belangrijkste groepen die voor de optieprocedure in aanmerking komen, zijn:

- Meerderjarige vreemdelingen die in het Koninkrijk der Nederlanden zijn geboren en daar altijd hebben gewoond
- Vreemdelingen die minimaal vijftien jaar in het Koninkrijk der Nederlanden hebben verbleven en ten minste drie jaar met een Nederlander zijn getrouwd
- Vreemdelingen die 65 jaar of ouder zijn en minimaal vijftien jaar legaal in het Koninkrijk der Nederlanden hebben verbleven.
 

Slide 6 - Tekstslide

Naturalisatie
Naturalisatie: het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.

Voorwaarden: 
  • Je moet meerderjarig zijn.
  • Je moet vijf jaar of langer onafgebroken legaal in het Koninkrijk der Nederlanden hebben gewoond.
  • Je moet een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of een vergunning op basis van gezinshereniging hebben.

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden naturalisatie
  • Een tijdelijke vergunning, zoals voor studie of een medische behandeling, is niet voldoende. 
  • Je moet het inburgeringsexamen hebben gehaald of vrijstelling hiervoor hebben gekregen.
  • Je mag geen gevangenis-, leer- of werkstraf opgelegd hebben gekregen vanwege een misdrijf
  • Je moet bereid zijn de verklaring van verbondenheid af te leggen.

Slide 8 - Tekstslide

De verschillen tussen een naturalisatieverzoek en een optieverklaring zijn:
• De kosten voor een naturalisatieverzoek zijn hoger dan voor een optieverklaring.
• Een naturalisatieverzoek wordt behandeld door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND); een optieverklaring wordt behandeld door de gemeente.
• Op een naturalisatieverzoek beslist de IND; op een optieverklaring beslist de burgemeester.
• Optie is sneller. De procedure duurt ongeveer 3 maanden
• Bij naturalisatie in principe afstand doen van oorspronkelijke nationaliteit. Bij optie kan je vaker eigen nationaliteit behouden


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Als Nederlander heb je voordelen ten opzichte van een vreemdeling: Welke kunnen jullie verzinnen?
  • Je kunt een paspoort of identiteitskaart aanvragen.
  • Je kunt stemmen voor het parlement en de Provinciale Staten. 
  • Jouw minderjarige kinderen zullen ook Nederlander worden.
  • Je wordt opgenomen in de Basisregistratie Personen

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdracht 1, 2, 3, 4a, 4b, 4d en 4f.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link