AT2 - T4: BS2 Een vrouw

Thema 4 BS2 Een vrouw
haar voortplantingsorganen en de menstruatiecyclus
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 BS2 Een vrouw
haar voortplantingsorganen en de menstruatiecyclus

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar worden
de zaadcellen gemaakt?
A
in de prostaat
B
in de bijballen
C
in het zaadblaasje
D
in de zaadballen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van de bijballen?
A
Het tijdelijk opslaan van zaadcellen
B
Het maken van zaadcellen

Slide 4 - Quizvraag

Sperma

  • zaadcellen (spermacellen) worden gemaakt in de teelballen
  • zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen
  • zaadcellen worden vervoerd door de zaadleiders
  • zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe
  • vocht uit zaadblaasjes en prostaat bevatten voedingsstoffen en beschermende (basische) stoffen voor de zaadcellen
  • zaadblaasjesvocht + prostaatvocht + zaadcellen = sperma

Slide 5 - Tekstslide

sperma
zaadcel

Slide 6 - Tekstslide

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 7 - Sleepvraag

Voortplantingsstelsel vrouw
Welke onderdelen ken je al?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

 Het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch)
 Het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch), baarmoedermond en hals ook aangegeven.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 15 - Sleepvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw kan het maagdenvlies voorkomen?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van de kleine schaamlippen?
A
sluiten de vagina af.
B
beschermen de urinebuis en de clitoris.
C
zorgen ervoor dat de vagina glad wordt.
D
zorgen voor hygiëne van de vagina.

Slide 17 - Quizvraag

De eisprong vindt plaats in de baarmoeder.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 19 - Quizvraag

Hierin ontwikkelt een embryo zich:
A
eileider
B
baarmoeder
C
vagina
D
eierstok

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Een meisje is vruchtbaar wanneer haar eicellen rijp zijn
Eisprong = ovulatie

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer is een meisje vruchtbaar?

Slide 22 - Tekstslide


    eisprong

 eicelrijping

innesteling

celdeling

 bevruchting

Slide 23 - Sleepvraag

Gemiddeld 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

hypofyse --> Hormoon
Hypofyse
eierstokken
teelballen
oestrogeen
testosteron

Slide 26 - Tekstslide

symptomen
- ellendig of verdrietig voelen
- buikpijn, rugpijn, hoofdpijn, spierpijn. 
- soms is een meisje sneller boos of chagrijnig
- sommige vrouwen hebben extra zin in lekkere dingen zoals chocola

Slide 27 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 28 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 29 - Tekstslide

Stel een vrouw is op 16 maart ongesteld geworden. Wanneer wordt ze weer ongesteld?

Slide 30 - Woordweb

Oplossing
De vrouw is op 16 maart ongesteld geworden.
De menstruatiecyclus duurt 28 dagen. 
Maart telt 31 dagen.  
Ze wordt dus weer 13 april ongesteld.


Slide 31 - Tekstslide


wat kun je gebruiken?

  • maandverband 
  • tampons
  • menstruatiecup

Slide 32 - Tekstslide

Hygiëne 
Maandverband en tampons moeten regelmatig worden vervangen
Door bacteriën kan het bloed onfris gaan ruiken.
Er kunnen ook ontstekingen ontstaan. 
Het is belangrijk goed te wassen tussen de schaamlippen. Met water, zonder zeep! Elke dag, maar zéker tijdens de menstruatie. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Opvangen menstuatie

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 37 - Quizvraag

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats?
A
Nee
B
Ja
C
D

Slide 38 - Quizvraag

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting van een eicel mogelijk te maken
B
Om innesteling van een eicel mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 41 - Quizvraag

Gameten: zaadcel & eicel

Slide 42 - Tekstslide

timer
1:30
Tekenregels, wat weet je nog?

Slide 43 - Woordweb