H2 Herhaling

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je aantekeningenschrift alvast op tafel 
Geschiedenis
Maris College - Klas 1 - vmbo 
H2 De Romeinen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je aantekeningenschrift alvast op tafel 
Geschiedenis
Maris College - Klas 1 - vmbo 
H2 De Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Algemene zaken
  • Herhaling 2.2
  • Herhaling 2.3
  • Herhaling 2.4
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Samenleving en cultuur

Romeinse architectuur
  • Pantheon in Rome
  • Colosseum in Rome
  • Pont du Gard in Frankrijk
  • De Maison Carrée in Frankrijk
  • De muur van Hadrianus in Engeland

Wat hebben we te danken aan de Romeinen?
  • Geld                                        
  • Alfabet                                       
  • Kalender                                    
  • Badhuizen                              
  • Tempels                                       
  • Amfitheater
  • Schrift

  • Dakpannen
  •  Beton
  • Riolering
  • Glaswerk
  • Schildpand formatie
  • Vloerverwarming

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Julius Caesar
  • Galius Julius Caesar
  • Romeinse generaal
  • 12 juli 100 v. Chr. tot 15 maart 44. Chr. 

  • Veel oorlogen gevoerd met o.a. Pompeius
  • Dictator (alleenheerser) van het Romeinse Rijk

  • Dictator van het leven
  • Macht ging naar zijn hoofd stijgen
  • Vriendjespolitiek
  • Gedragen als koning
  • Kreeg veel vijanden
  • Brutus -- 60 mannen omsingelen Caesar en steken hem 
  • Octavianus werd keizer -- Keizer Augustus   
  • Wordt als God vereerd & goede keizer voor het volk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arm en rijk
  • Het Romeinse Rijk had duizenden steden, maar de meeste mensen woonden op het platteland
  • Landbouw stedelijke samenleving

  • Rome had grote sociale verschillen (verschillen tussen arm en rijk)
  • Rijke mensen hadden een goed leven en woonden in luxe woningen
  • Rijke mensen hadden genoeg eten en woonden in villa's

  • Veel mensen waren arm, en leefden in lemen hutjes of flatgebouwen (insula)
  • Er was geen riolering en mensen konden er niet koken

  • Proletariër = mensen die niks bezitten behalve hun kinderen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterpunt
Snackbar
Bakker
Rijk persoon in draagstoel
School
Mensen met veel geld
Mensen met een beetje geld
Hele arme mensen
Tempel
Klein altaar
Kapper
Straatartiest
opdracht
Kun jij de icoontjes op de goede plek zetten?

Slide 7 - Tekstslide

Arm en rijk
  • Eén op de tien inwoners was slaaf = een persoon dat bezit is van iemand anders
  • Vaak waren ze als krijgsgevangenen meegenomen tijdens een oorlog
  • Veel slaven werken op het land, werkplaatsen en in mijnen
  • Slecht behandeld
  • Gladiatoren 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spartacus
  • Slaaf uit Bulgarije
  • In 73 v. Chr. ontsnapte hij met 80 andere uit een gladiatorenschool
  • Ze maakten wapens, buit en begonnen oorlog te voeren met kleine legertjes
  • Steeds meer slaven voegen zich toe aan de groep van Spartacus

  • Na drie jaar werd de groep van Spartacus verslagen
  • Spartacus wordt vermoord
  • De 6000 gevangen genomen slaven worden levend aan het kruis gespijkerd langs een drukke weg
  • Ze bleven hangen totdat ze waren weggerot!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk
  • Veel mensen in de stad deden aan een ambacht
  • Kleermaker of pottenbakker
  • Er werkten ook veel mensen in nijverheid
  • Ze maakten producten thuis of op een werkplaat

  • Door de vrede in het rijk, ging het heel goed met de economie
  • Er was veel productie en handel
  • In het hele Romeinse Rijk werd gebruik gemaakt van Romeinse munten als betaalmiddel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturen
  • In de keizertijd had Rome een miljoen inwoners
  • Er woonden veel verschillende soorten mensen in het Romeinse Rijk, maar ook daar buiten
  • Er was een multiculturele samenleving  Mensen met verschillende achtergronden en culturen leefden samen met elkaar
  • De Romeinen stelden zich ook open voor andere culturen
  • Griekse cultuur
  • De Romeinen hadden Griekenland veroverd, en kopieerden de Griekse cultuur
  • Zo ontstond de Grieks-Romeinse cultuur
  • Romeinse gebouwen kregen Griekse zuilen (stenen palen) en Romeinse bogen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 De opkomst van het christendom

In Judea
  • Romeinen veroveren in 63 v. Chr. Judea
  • Land van de Joden (Israel/Palestina)
  • Geloof: Jodendom 

  • 30 n. Chr. trok Jezus van Nazareth door Judea
  • Joodse prediker
  • Bijbel

  • Romeinen zagen Jezus als een opstandeling en bedreiging
  • Jezus werd gekruisigd
  • Veel mensen geloofden in Jezus
  • Verlosser van zonden
  • Jezus Christus --- zoon van God
  • Christendom

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joden in het rijk
  • In Judea moesten Joden hoge belastingen betalen
  • Gevolg: opstanden ontstaan
  • Romeinen slaan opstanden met geweld neer

  • Joodse tempel in Jeruzalem wordt verwoest
  • Tempelschatten worden naar Romeinse Rijk gebracht

  • Veel Joden worden vermoord, verjaagd of gemaakt als slaaf
  • Zo kwamen veel Joden over het hele Romeinse Rijk terecht

  • Synagoge  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christenen in het rijk
  • Predikers verspreidden het christendom verder in het Romeinse Rijk
  • Populaire godsdienst
  • Christenen weigeren de staatsgoden te vereren

  • Periode van honger, oorlogen, ziektes in Romeinse Rijk
  • Christenen krijgen de schuld
  • Christendom wordt verboden
  • Christenen worden gemarteld en gedood

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christenen in het rijk
  • Keizer Constantijn
  • Godsdienstvrijheid: je mag geloven in wat je wilt
  • In 380 n. Chr. wordt christendom het nieuwe Romeinse staatsgodsdienst 
  • Later worden alle andere godsdiensten verboden (behalve Jodendom)

  • Tempels en kerken
  • Eén christelijke organisatie, die verdeeld het rijk in kerkprovincies o.l.v. bischoppen
  • De kerk werd geleid door de bisschop in Rome
  • De paus
  • Rooms-katholieke kerk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Romeinen en Germanen

Nederland veroverd door Romeinen
  • In de Romeinse tijd, was Nederland een gebied vol met moerassen en bossen
  • De bewoners leefden in in een landbouwsamenleving

  •  Rond 50 v. Chr. veroverde Caesar Zuid-Nederland met zijn leger
  • Kelten (Galliërs)
  • Caesar liet mensen vermoorden, verjagen op slaaf worden als ze in opstand kwamen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Germanen
  • De Germanen (het volk ten oosten van de Rijn) waren volkeren die nog in een landbouwsamenleving wonen
  • Romeinen noemden hen ook wel barbaren: onbeschaafde mensen
  • Toch wilden ze dit gebied ook veroveren, maar dat ging niet zo makkelijk

  • Slag Teutoburgerwoud 
  • De Romeinse militairen besloten toen de Rijn als grens van hun rijk te gebruiken
  • Forten en legerkampen
  • Germaanse Bataven wonen tussen Maas en Rijn
  • Beschermen en verdedigen de grens
  • Bondgenootschap
  • Militaire hulp in ruil voor geen belasting

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse invloed
  • Na de Romeinse verovering begon de romanisering
  • De Grieks-Romeinse cultuur werd verspreid
  • Ontstaan landbouw stedelijke samenlevingen

  • Handelaren gebruikten Romeinse munten
  • Romeinen kochten koeienhuiden en slaven van Galliërs en Germanen
  • Ze verkochten glazen, aardewerk potten en andere Romeinse luxeartikelen

  • Romeinen zetten landbouwbedrijven op en stichten steden zoals Noviomagus (Nijmegen)
  • Ze bouwden tempels, badhuizen en woningen met stromend water en vloerverwarming

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volksverhuizingen
  • Vanaf de 3e eeuw n. Chr. drongen grote groepen Germanen met geweld het Romeinse Rijk binnen
  • Het rijk wordt onbestuurbaar

  • Hunnen
  • Visigoten
  • Vandalen



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ondergang van Rome
De keizers splitste het rijk om het beter te kunnen verdedigen tegen de volksverhuizingen
  • Er kwam een West Romeinse Rijk & Oost Romeinse Rijk
  • Elk rijk kreeg een keizer

Na het verdelen van het rijk, gaat het helemaal mis:

  • Germaanse volken stichtten hun eigen koninkrijken
  • Germaanse volken plunderen Rome
  • In 476 n. Chr. zetten de Germanen de laatste keizer van Rome af
  • Het einde van het West-Romeinse Rijk
  • Oost-Romeinse Rijk bleef nog jaren bestaan
  • In 500 n. Chr. eindigde de oudheid of de tijd van de Grieken en Romeinen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Succes met leren!!!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies