Aan het einde van de les:- kun je de grammar: Zijn --> TT, bevestigend, ontkennend en vragend.
- kun je de grammar: present continuous bevestigend, ontkennend, vragend.
- kun je vragen om verduidelijking (phrases).
- kun je iets voorstellen en reageren op een voorstel (phrases).
- kun je informatie vragen of geven (phrases).
- kun je een spel beschrijven (phrases).