FA 20-21 a2a w40 chap1eFG + uitleg H

A2a, semaine 40, première leçon
Qu'est-ce que tu as fait cet été ?
C'était comment ?
Vous avez fait du camping ?
Tu as parlé français ?

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 12 min

Onderdelen in deze les

A2a, semaine 40, première leçon
Qu'est-ce que tu as fait cet été ?
C'était comment ?
Vous avez fait du camping ?
Tu as parlé français ?

Slide 1 - Tekstslide

le thème de la semaine
la famille

Stromae a chanté sur son papa...

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

les devoirs pour lundi vingt-sept septembre
fais les exercices de la source E/F +  apprends le voca E/F (SS);

En classe on parle de la source H.

Hoe ver ben je met je licentie? tijd en resultaat?
Laat het op je ipad aan je buurman/buurvrouw zien !

Slide 4 - Tekstslide

on écoute/regarde encore...
1.12

1.20

Slide 5 - Tekstslide

Deuxième leçon: les devoirs
fais les exercices de la source G + apprends G;
=====================================
but de la leçon: 1) on parle du texte F; 2) on s'entraine à dire les phrases-clés G; 3) on parle de H (bez. vnw); 4) on parle de l'interro;

Slide 6 - Tekstslide

ON LIT LE TEXTE F.
des plages pas comme les autres.

exercice de transcription

Vul het blad dat je uitgedeeld krijgt met steekwoorden
selecteer 5 steekwoorden


Slide 7 - Tekstslide

A2a, semaine 40, première leçon
Qu'est-ce que tu as fait cet été ?
C'était comment ?
Vous avez fait du camping ?
Tu as parlé français ?

Slide 8 - Tekstslide

A2a, semaine 40, la source G
J'ai été à la plage avec mes copains.
J'ai fait du vélo.                               J'ai visité Bruxelles.
C'était génial.
Oui, on a fait du camping.                          Non, on a été à l'hôtel.
Oui, j'ai parlé français.
Maintenant, j'ai beaucoup d'amis français.


Slide 9 - Tekstslide

bonjour

Wat is een bezittelijke v.n.w.?

mijn, jouw,zijn/haar, ons/onze, jullie, hun

+

Z.N.W.

Slide 10 - Tekstslide

in het Frans kijk je naar het ZNW:






denk aan het kruis!  

b.v. "mijn"

is het meervoud of enkelvoud? mes

is het mannelijk of vrouwelijk? mon of ma

Slide 11 - Tekstslide

soms is er een uitzondering

mon amie

=

mijn vriendin

"mon" is hier raar want "amie" is ....

maar het is wel nodig vanwege ....

Slide 12 - Tekstslide

MA  AMIE is fout! ook ta, sa amie

mon amie

=

mijn vriendin

"mon" is hier raar want "amie" is VROUWELIJK

maar het is wel nodig vanwege KLANKBOTSING

Slide 13 - Tekstslide

conclusie...
als het woord niet meervoud is
en begint met een klinker of een stomme H
dan gebruik je de mannelijke vorm.
ma histoire (v) => mon histoire
ta adresse (v) => ton adresse
                                                           en ook:  mon hôtel (m)
                                                                             son ami (m)

Slide 14 - Tekstslide

(mijn) ... poisson rouge
A
ma
B
mon
C
mes
D
ton

Slide 15 - Quizvraag

(zijn/haar) ... chat
A
son / sa
B
sa /sa
C
son / son
D
sa / son

Slide 16 - Quizvraag

(jouw) .... amie
A
ta
B
sa
C
tes
D
ton

Slide 17 - Quizvraag

(haar) ... interdiction
A
son
B
sa
C
mon
D
ses

Slide 18 - Quizvraag

(onze) ... collège
A
votre
B
notre
C
nous
D
nos

Slide 19 - Quizvraag

(hun) ... plage
A
leurs
B
notre
C
votre
D
leur

Slide 20 - Quizvraag

(jullie) ... copain

Slide 21 - Open vraag

(haar) ... père

Slide 22 - Open vraag

(zijn) ... mère

Slide 23 - Open vraag

(onze) ... animaux domestiques

Slide 24 - Open vraag

(hun) ... frères et soeurs

Slide 25 - Open vraag

(mijn) ... village

Slide 26 - Open vraag

( haar) ... semaines

Slide 27 - Open vraag

(zijn) ... soeur

Slide 28 - Open vraag

(jouw) ... histoire

Slide 29 - Open vraag