3.7 en herhaling CH


Startopdracht
Maak de startopdracht die 
is uitgedeeld 





timer
5:00
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Startopdracht
Maak de startopdracht die 
is uitgedeeld 





timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen
  • Startopdracht
  • Herhaling vorige basisstoffen
  • 10 min lezen
  • Leerdoelen en uitleg 3.7

  • Aan de slag!

  • Afsluiting samen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   Startopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed
5 tot 6 liter bloed in je lichaam:
     55 % bloedplasma 
     45 % vaste bestanddelen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedcellen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etter/pus

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    De bloedsomloop
= de weg die het bloed afneemt

Het bloedvatenstelsel:
      - het hart 
      - de bloedvaten




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloedsomloop
Het bloedvatenstelsel:
  • Het hart 
  • De bloedvaten

Dubbele bloedsomloop:
  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop
     

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het hart

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Route van het bloed 
Blauw = zuurstofarm
Rood = zuurstofrijk

Slide 10 - Tekstslide

Leerlingen krijgen deze afbeelding uitgeprint. Tijdens de uitleg kunnen zij met pijltjes meeschrijven in welke richting het bloed verloopt.
Kleppen
  • Hartkleppen
  • Halvemaanvormige kleppen 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart- en vaatziekten
= verzamelnaam voor alle ziekten aan het hart en de   
   bloedvaten

Belangrijkste doodsoorzaak in Nederland

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
= De druk die op de slagaders komt te staan als het bloed wordt rondgepompt

Hoge bloeddruk beschadigd de wanden van de bloedvaten
     > kan zorgen voor slagaderverkalking

Lage bloeddruk komt weinig voor en is vaak onschuldig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaderverkalking
Vetachtige stoffen kleven aan 
de wand van bloedvaten
    > belangrijkste stof: cholesterol

Bloedvaten worden stijver, nauwer 
en kunnen verstopt raken
     > zorgt weer voor hogere bloeddruk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartinfarct (hartaanval)
Een deel van de hartspier krijgt door slagaderverkalking geen zuurstof en voedingsstoffen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dotteren
Een kransslagader die is vernauwd kan worden gedotterd
     > Oprekken van de kransslagader

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bypass operatie
= een omweg aanleggen om het 
    vernauwde deel van het bloedvat heen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart- en vaatziekten voorkomen
Kan erfelijk zijn
 > medicatie om cholesterolgehalte te verlagen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren en urinewegen
De meeste afvalstoffen worden 
uitgescheiden via de nieren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren 
Onderdelen: Nierschors, niermerg en nierbekken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren 
Urine = afvalstoffen, zouten, schadelijke stoffen en 
                overtollig water

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen

Lees basisstof 3.7 in je tekstboek 
   - pagina 109 t/m 111 


Klaar? Maak alvast opdracht 29 en 30 op pagina 113 van je werkboek
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 3.7

Na deze les kun je:

- Uitleggen wat het alcoholpromillage is 
- Enkele korte- en langetermijngevolgen van alcohol- en cannabisgebruik noemen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol en cannabis
Komen na gebruik op alle plaatsen in je lichaam
     > via je bloed

- Opname in dunne darm
- Afbraak in je lever
- Uitscheiding via de nieren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik aantonen
Alcoholpromillage  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol
Schadelijk en verslavend bij langdurig gebruik

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langetermijneffecten
Voorbeelden: 

- Verslaving
- Verstoring hormoonbalans
- Orgaanschade (lever, maag, hart, hersenen)
- Geheugenverlies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cannabis
Bijvoorbeeld hasj en wie  >  de werkzame stof is THC

  • Roken (joint of pijp) 
  • Eten (spacecake) 
  • Drinken (thee) 
  • Inademen na verdampen 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortetermijneffecten
Versnelde hartslag
Bloeddruk verlaging
Hoofdpijn
Duizeligheid
Slaperigheid
Angst
Concentratie- en geheugenproblemen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langetermijneffecten
Verslaving, somberheid, slapeloosheid, concentratieprobleem
Verhoogde kans op psychische stoornissen (depressie, angstklachten en schizofrenie)

Bij roken: schade aan luchtwegen en longkanker

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Maak opdracht 29 en 30
   > vanaf pagina 113 in je werkboek


Klaar? Leer voor het proefwerk met behulp van je kennisoverzicht
timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 3.7

Na deze les kun je:

- Uitleggen wat het alcoholpromillage is 
- Enkele korte- en langetermijngevolgen van alcohol- en cannabisgebruik noemen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol en cannabis zijn beide verslavend bij lang gebruik
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest nauwkeurige methode om alcoholgebruik aan te tonen is met een blaastest
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

L: Thema 3: basisstof 1 t/m 6
Gebruik ook je kennisoverzicht

M: Opdracht 29 en 30 (vanaf pagina 113 in je werkboek) 
   

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies