Future: present continuous"Als het vast staat dat je iets gaat doen in de toekomst."
vorm: Am/Is/Are + hele werkwoord + -ing
Hele werkwoord = zo kort mogelijk, bijvoorbeeld: walk, ride, go, be, sit
De tijd en/of plaats in de toekomst staat vast.I am driving to my work next Monday.
We are traveling to Germany in the summer.
She is running a marathon next month.
Vraagzin
Are we skiing on our trip next week?
Is he meeting us here after work?