In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6
6.3 Horigen en ridders
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerkende Aspecten
Het ontstaan vanfeodale verhoudingen in het bestuur
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe edelen hun grondgebied organiseerden en bestuurden, en hoe het leven van de boeren er uit zag.
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van ridders?
Slide 5 - Woordweb
Onrustige tijden in Europa
Na de val van het Romeinse Rijk werd het erg onveilig: het Romeinse leger en de beveiliging bij de grens was weg.
Handel en geldverkeer kwam stil te liggen.
Stadsbewoners trokken naar het platteland om als boer te gaan werken.
Ze werden autarkisch
Autarkie= Zelfvoorzienende landbouw
Slide 6 - Tekstslide
Hofstelsel
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Slide 7 - Tekstslide
Hofstelsel
Horigen = onvrije boeren
Horigen mochten de akkers bewerken om voor hun eigen voedsel te zorgen, daarvoor betaalden horigen pacht aan de heer in de vorm van een deel van de opbrengst van de grond.
Verder moesten horigen gratis herendiensten verrichten op het land van de heer
Herendiensten= Klussen die voor de heer gedaan werden
Pacht= De 'huur' van het land van de heer
Horigen= Boeren die verplicht woonden en werkten op een stuk land dat eigendom was van een heer
Slide 8 - Tekstslide
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 9 - Tekstslide
Maken §6.3 t/m 5
Slide 10 - Tekstslide
6.3.2
Het leven van boeren op een domein
Slide 11 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Kun je uitleggen hoe het drieslagstelsel werkt.
Slide 12 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 13 - Tekstslide
Kenmerkende Aspecten
Het ontstaan vanfeodale verhoudingen in het bestuur
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Slide 14 - Tekstslide
Hofstelsel
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Video
Het drieslagstelsel
Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken,
waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak).
Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Veel plichten,
weinig rechten
Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.
Slide 19 - Tekstslide
Maken §6.3 t/m 7
Slide 20 - Tekstslide
6.3.3
Vechten voor roem en eer
Slide 21 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 22 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Kun je een voorbeeld geven van ridderlijk gedrag.
Slide 23 - Tekstslide
Kenmerkende Aspecten
Het ontstaan vanfeodale verhoudingen in het bestuur
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Slide 24 - Tekstslide
Hoe word je een ridder?
In de Middeleeuwen erfde de oudste zoon alles.
Ben jij de middelste zoon? Jammer! Je moet op zoek naar een andere manier om in je levensonderhoud te voorzien.
Je kan bijvoorbeeld ridder worden.
Eerst een speciale ceremonie, daarna vechten als vazal in dienst van de heer (misschien wordt je beloond met grondgebied....)
Vazal= Geestelijke of edelman die bij de koning in dienst was
Slide 25 - Tekstslide
Bij de ceremonie van de ridderslag knielt een krijgsman voor de heer bij wie hij als ridder in dienst treedt. De heer slaat vervolgens met de platte kant van zijn zwaard op beide schouders van de man. Hierna staat de man op en krijgt een omhelzing van zijn heer. Dan pas is hij officieel ridder.