11.2 Bevruchting

11.2: Bevruchting

§11.2 - Bevruchting

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.2: Bevruchting

§11.2 - Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Check-vragen:
1. Leg uit via welke weg een zaadcel het lichaam verlaat. Start bij de teelbal.

Slide 4 - Open vraag

Check-vragen:
2. Leg in eigen woorden uit hoe de menstruatiecyclus werkt.

Slide 5 - Open vraag

Leerdoel 11.2 Bevruchting
Je kunt uitleggen hoe de bevruchting tot stand komt en ook hoe je deze moet voorkomen.

Slide 6 - Tekstslide

Bevruchting
Wanneer de kern van de zaadcel en de eicel met elkaar versmelten!

Slide 7 - Tekstslide

Daarna...
Bevruchte eicel gaat delen, dit gebeurt al in de eileider.

Bolletje cellen komt aan in de baarmoeder na 4/5 dagen.

Innesteling: bolletje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Voorbehoedsmiddelen

Slide 10 - Woordweb

Zwangerschap voorkomen
Condoom - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen. Beschermt ook tegen SOA's.
Pil, anticonceptiepleister/ hormoonstaafje - voorkomt dat de eicel rijpt en voorkomt ovulatie. 
Spiraaltje - voorkomt innesteling van het embryo
Sterilisatie - eileiders of zaadleiders doorgesneden

Slide 11 - Tekstslide

Onbetrouwbare methoden
Coitus interruptus - trekt de man zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. 

Periodieke onthouding - heeft het stel geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode. 

Slide 12 - Tekstslide

En wat nu?
Paragraaf 11.2 volledig doorlezen

Huiswerk:
Opdracht 2 t/m 17



Zet deze taak in je agenda

Slide 13 - Tekstslide