Herhaling cursus 7

Herhaling cursus 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling cursus 7

Slide 1 - Tekstslide

Opstart:
Ik ken de toetsstof van cursus 7
Ik bereid me voor op de toets over cursus 7
Herhaling lesstof
Straks in de methode
Oefenen online
Hebben we het doel behaald?

Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week

1. betekenis
2. zin maken

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik ken de toetsstof van cursus 7
Ik bereid me voor op de toets over cursus 7

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens: hoofdletters

Slide 5 - Tekstslide

Dus:

Bij namen
Aan het begin van de zin

Nu: even checken of je het begrijpt

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2 opties

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Er zijn verschillende soorten bijvoeglijke naamwoorden. Dit jaar behandelen we daar twee van. 

- 'gewone' bijvoeglijke naamwoord (bn)
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st.bn)

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord:
  • vertelt iets over een zelfstandig naamwoord.
  • staat (meestal) direct vóór een zelfstandig naamwoord (en achter een lidwoord). 
  • kan met meerdere achter elkaar voorkomen. Die zeggen dan allemaal iets over een zelfstandig naamwoord.


Slide 13 - Tekstslide

Verkleinwoorden

Slide 14 - Tekstslide

§6 - Meervouden
Enkelvoud = Één
Meervoud = Meer dan een
+en
+s
-F veranderd in v
-S veranderd in z
-Medeklinker verdubbeld
-Klinker wordt weggehaald

Slide 15 - Tekstslide

Meervouden
Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud. 

Weten jullie voorbeelden van enkelvoud en meervoud?

Slide 16 - Tekstslide

Zo maak je een meervoud
Een meervoud maak je meestal door -en of -s achter het woord te zetten:

vriend --> vrienden
krant --> kranten
tafel --> tafels
wielrenner --> wielrenners

Slide 17 - Tekstslide

Meervouden
Let op: soms moet je daarnaast nog

- Een -f in een -v veranderen 
Brief --> brieven; duif --> duiven

- Een -s in een -z veranderen
Gans --> ganzen; paleis --> paleizen

Slide 18 - Tekstslide

Meervouden
Let op: soms moet je daarnaast nog

- De laatste letter (medeklinker) verdubbelen
jas -> jassen; pit --> pitten

- Een a, e, o of u (klinker) weghalen
muur --> muren; heer --> heren

Slide 19 - Tekstslide

Vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
Cursus 7 
Paragraaf 9

Opdr. 1 en 2






timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Cursus 7 paragraaf 8
Maak opdracht 6 en 7 op je eigen niveau

Slide 22 - Tekstslide