Koolhydraten zorgen ervoor dat:
- je kunt bewegen;
- je stofwisseling, immuunsysteem en andere lichamelijk processen doorgaan;
- je lichaamstemperatuur op peil blijft.
Belangrijke koolhydraten zijn de voedingsvezels ( Vezels in voeding die zorgen voor een goede darmwerking)
Denk aan: volkorenproducten, peulvruchten, noten, rauwe groente en fruit en in gedroogde zuidvruchten, zoals pruimen en abrikozen.
2 soorten vetten:
- Verzadigd vet : ongezonde vetten.
Denk aan: harde margarine, roomboter en hard frituurvet, koekjes
- Onverzadigd vet : Het ‘gezonde’ vet. Onverzadigde vetten helpen het cholesterolgehalte laag te houden.
Denk aan: olie, halvarine, vloeibaar bakvet en vette vis, noten en pinda’s.
Vetten zorgen ervoor dat:
- je organen worden beschermt tegen stoten
- houdt het lichaam warm.