In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Examenvoorbereiding
8/4/24
Slide 1 - Tekstslide
Planning:
Vandaag:
Bloedsomloop
Erfelijkheid
Vrijdag:
Planten
Examenvragen alle onderwerpen
Slide 2 - Tekstslide
Bloedsomloop
Slide 3 - Tekstslide
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
hart - longen - hart
Grote bloedsomloop:
hart - rest lichaam - hart
Slide 4 - Tekstslide
Onderdelen hart
Slide 5 - Tekstslide
Bloedgroepen
Slide 6 - Tekstslide
Bloed transfusies
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bloed bevat hormonen. Welk bloedproduct bevat de meeste hormonen?
A
bloedplaatjes
B
bloedplasma
C
rode bloedcellen
D
witte bloedcellen
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
A
A= niet geschikt
B= wel geschikt
AB= niet geschikt
0= wel geschikt
B
A= wel geschikt
B= niet geschikt
AB= wel geschikt
0= niet geschikt
C
A= wel geschikt
B= wel geschikt
AB=niet geschikt
0= niet geschikt
D
A= niet geschikt
B= niet geschikt
AB= wel geschikt
0= wel geschikt
Slide 12 - Quizvraag
Bloed transfusies
Slide 13 - Tekstslide
Het bloedproduct gaat vanuit de arm naar het hart van David. In de afbeelding zijn enkele delen van het hart met letters aangegeven. In welk deel van het hart komt het bloedproduct vanuit de arm het eerst binnen?
A
in deel P
B
In deel Q
C
in deel R
D
In deel S
Slide 14 - Quizvraag
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
hart - longen - hart
Grote bloedsomloop:
hart - rest lichaam - hart
Slide 15 - Tekstslide
Oefenen
Pak de het bestanden 'Ben jij al klaar voor examen' erbij.
Oefen de leerdoelen die je nog niet kent met de lessonups.
Maak oude examenvragen per onderwerp op www.biologiepagina.nl of www.examenkracht.nl
timer
20:00
Slide 16 - Tekstslide
Erfelijkheid
Slide 17 - Tekstslide
Genotype: DNA/erfelijke informatie
Fenotype: uiterlijk
Homozygoot: twee dezelfde genen voor een eigenschap.
Heterozygoot: twee verschillende genen voor een eigenschap.
Slide 18 - Tekstslide
Dominant en recessief
Als je twee verschillende genen hebt voor een eigenschap dan komt er vaak maar 1 gen tot uiting in je uiterlijk (fenotype).
Het gen dat tot uiting komt noemen we dominant. Het gen dat niet tot uiting komt noemen we recessief.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Hoeveel chromosomen heeft de huidcel van een baby met trisomie?
Slide 21 - Open vraag
Door het onderzoek van de chromosomen kan ook worden vastgesteld of het embryo een jongen of een meisje is. Leg uit hoe je aan de chromosomen kunt zien dat het embryo een jongen is.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het genotype van persoon P? En van persoon Q? Schrijf je antwoord zo op: Persoon P:............. Persoon Q:............
Slide 25 - Open vraag
Een hond met lange haren, genotype Hh wordt gekruist met een andere hond met lange haren genotype Hh. Hoe groot is de kans op een nakomeling met korte haren?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 26 - Quizvraag
Een plant met roze bloemen (BwBr) kruist met een plant met witte bloemen(BwBw). Welke fenotypen verwacht je in de F1?
A
Wit
B
roze
C
wit en roze
D
wit, roze en rood
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding op de vorige dia. Welke eigenschap is dominant?
A
met aandoening
B
zonder aandoening
Slide 29 - Quizvraag
Oefenen
Pak de het bestanden 'Ben jij al klaar voor examen' erbij.
Oefen de leerdoelen die je nog niet kent met de lessonups.
Maak oude examenvragen per onderwerp op www.biologiepagina.nl of www.examenkracht.nl