Week 6 - Budgetlijn & begroting - 2 HV2B

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag!
  1. Leerdoelen deze les
  2. Korte uitleg
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik weet wat een budgetlijn is en hoe je deze tekent.
  2. Ik kan een (sluitende) begroting voor een huishouden lezen en opstellen.
  3. Ik kan uitleggen waarom een begroting kan afwijken van de werkelijkheid.
  4. Ik kan uitgaven van een huishouden indelen in drie soorten.
  5. Ik kan drie mogelijke oplossingen voor een tekort op een begroting beschrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Budgetlijn
Een budgetlijn geeft alle mogelijkheden die iemand met zijn inkomen (budget) kan aanschaffen en wordt getekend in een grafiek.
  • Budget: € 15,00
  • Fles drinken: € 1,00
  • Zak chips € 0,50

Slide 4 - Tekstslide

Begroting
  • Een begroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die je verwacht voor de komende periode.
  • Wanneer spreken we van een sluitende begroting?
  • > Als inkomsten = uitgaven
  • Na afloop van de periode kun je door naar verschillen te kijken, je koopgedrag beter inschatten of bijstellen.

Slide 5 - Tekstslide

Kasboek
  • In je kasboek noteer je een overzicht met alle uitgaven die je gedurende een periode doet.
  • Hoe langer je een kasboek bijhoudt, des te nauwkeuriger kan je een schatting maken voor de toekomst.

Slide 6 - Tekstslide

Drie uitgaven van een huishouden
Gezinnen hebben te maken met drie soorten uitgaven:
  1. Huishoudelijke uitgaven (of dagelijkse uitgaven);
  2. De vaste lasten;
  3. De reserveringen.

Slide 7 - Tekstslide

Huishoudelijke uitgaven (dagelijkse uitgaven)

  • Het geld dat je dagelijks of wekelijks uitgeeft om boodschappen te doen.
  • Bijvoorbeeld: uitgaven voor levensmiddelen, huisdieren, cadeaus en bloemen, etc.

Slide 8 - Tekstslide

Vaste lasten
  • Uitgaven die je elke periode steeds weer moet doen, zoals huur, gas, water en elektriciteit.
  • Vaste lasten zijn dus regelmatig terugkerende uitgaven die een huishouden als verplichting aangaat.

Slide 9 - Tekstslide

Reserveringen
  • Reserveren is geld opzij leggen voor grotere uitgaven die een huishouden niet wekelijks of maandelijks doet.
  • Reserveren doe je voor uitgaven waarvan je weet dat ze gaan komen, maar niet precies wanneer.
  • Sparen is het deel van je inkomen dat je overhoudt nadat je al je uitgaven voor consumptie hebt gedaan.

Slide 10 - Tekstslide

Mogelijke oplossingen voor een tekort op een begroting
  • Extra bijverdienen
  • Uitgaven verlagen
  • Geld lenen
  • Op afbetaling kopen
  • Spaargeld gebruiken voor dagelijkse consumptie. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Bestudeer in Kopen & Werken paragraaf 1.2. Maak opdracht 1.8 t/m 1.11 en 1.13 t/m 1.17.
Hoe? Zelfstandig, overleggen mag (fluisteren)
Hulp? Vraag het de docent óf je buurman/buurvrouw
Tijd? tot 10 minuten vóór einde les

Slide 12 - Tekstslide

Eerste SO Donderdag 29 februari!
Kopen & Werken 1.1 t/m 1.17 + 3.6 t/m 3.11, 3.14, 3.21 en 3.22 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide