Jongeren willen een eigen leven 1

Jongerencultuur
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jongerencultuur

Slide 1 - Tekstslide

Bij welke groep hoor jij?

Slide 2 - Woordweb

3.1 Jong in de jaren '50
  • 6 dagen werken voor laag loon. 
  • Amper ontspanning. 
  • Zondag kerk & familie. 
  • Mensen leven dicht op elkaar. 
  • Letten op elkaar en elkaars kinderen.

Grote sociale controle  = Gedrag wordt in de gate gehouden door familie/vrienden/buren. 

Slide 3 - Tekstslide

Sociale controle
Geen sociale controle
Bij ouders wonen
Loon zelf houden
Uithuwelijken
Zelf vriendje kiezen
Zelfde geloof
Zoenen op straat
Niet samenwonen

Slide 4 - Sleepvraag

Jongerenculturen
Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren '50 van de vorige eeuw:

  1. kwam er meer welvaart (stijging lonen) 
  2.  meer vrije tijd (5 daagse werkweek).
  3. meer mensen in steden (minder sociale controle).
  4. jongeren langer naar school (meer onderlinge beïnvloeding). 

Slide 5 - Tekstslide

Nozems
  • Eerste groep uit eind jaren '50.
  • Werkende jongeren uit steden. 
  • Jongens: Brommers, leren jacks, spijkerbroeken en kuiven. 
  • Meisjes: Wijde rokken, petticoats, hoge kapsels. 
  • Genieten van vrijheid. 
  • Geen zin in verantwoordelijkheid en familiepraat.

Slide 6 - Tekstslide

Heb jij een brommer/scooter als je 18 bent?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Provo's
  • Hoger opgeleide jongeren. 
  • Vanaf jaren '60 in Amsterdam. 
  • Provoceerden 'het gezag' (ouders/leraren/kerk/politie). 
  • Milieubewust. 
  • Bemoeiden zich met politiek. 
  • Jongens: netjes en lang haar. 
  • Meisjes: lang haar en minirokken.

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent "provoceren"?

Slide 9 - Open vraag

De hippies.
  • Vanuit Amerika naar Europa. 
  • Eind jaren ‘ 60.
  • Woonden in communes, gekraakte panden of hingen rond.
  • Droegen tweedehands kleding, kleuren, bloemen, kettingen en hadden lang haar.

Slide 10 - Tekstslide

  • Waren tegen milieuvervuiling, de wapenwedloop en de oorlog in Vietnam.
  • Tegen de consumptiemaatschappij en een regelmatig burgerlijk bestaan.
  • Voor vrije seks, festivals en drugs (vooral hasj).

Slide 11 - Tekstslide

Stel jij hebt het voor het zeggen, wat is het eerste dat jij zou veranderen?

Slide 12 - Open vraag