Styles-intro

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

gemaakte fouten - ontkenning
C'est intéressant

C' n'est pas intéressant of

Ce n'est pas intéressant?

En waarom?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

gemaakte fouten - ontkenning
Zoek de fouten

la fenêstre est ouverte- la fenêtre est n'ouverte pas
vous aimez le sport? - vous n'aimez le sport
Il a une voiture bleue? - non, il a une ne voiture bleu

Slide 4 - Tekstslide

Doel:
- Je kunt iets vertellen over mode in Frankrijk.
- Je kunt begrijpen wat David en zijn vriend Bram bespreken over kleding en stijl.

Slide 5 - Tekstslide

Frankrkijkkunde blz 12 en 13
Daarna volgen een paar vragen

Slide 6 - Tekstslide

welke Franse mode- en parfummerken ken je?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Matrozenuniforms - marinière

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een défilé de mode?




A
Klanten staan lang in de rij om hun favoriete kledingstuk te kopen
B
Kleding wordt afgeprijsd voor de uitverkoop.
C
Nieuwe modecollecties worden gepresenteerd.

Slide 11 - Quizvraag

Welke winkel in Nederland is te vergelijken met de Galeries Lafayette
A
de HEMA
B
De Bijenkorf

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Waar ga je heen in Frankrijk om kleding te kopen?




A
un défilé de mode
B
les grands magasins
C
les magazines de mode

Slide 14 - Quizvraag

Even kijken of je het goed hebt onthouden! 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

rouge betekent:

Slide 17 - Open vraag

vert betekent:

Slide 18 - Open vraag

jaune betekent:

Slide 19 - Open vraag

Bleu betekent:

Slide 20 - Open vraag

noir betekent

Slide 21 - Open vraag

Tu préfères quelles couleurs?

Slide 22 - Open vraag

Je porte ...
Ik draag ...

Slide 23 - Tekstslide

Unité 5
Styles

Slide 24 - Tekstslide

Au travail!
Verwerk Apprendre 1 et 2 alleen Frans Nederlands! (p. 36)
P12 en 13: schrijf de dik gedrukte woorden in je schrift en vertaal ze
Faire ex. 1,2

Slide 25 - Tekstslide