De Koude Oorlog

 De Koude Oorlog
5.6 en 6.1
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 De Koude Oorlog
5.6 en 6.1

Slide 1 - Tekstslide

Oriëntatie
  • Periode
  • Tijdvak
  • Jaartallen
  • Samenleving 
Moderne tijd
Tijd van Televisie en computer
1950-nu
Informatie samenleving

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende Aspecten
1. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

2. De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.

Slide 3 - Tekstslide

§5.6 Vrienden worden Vijanden

Slide 4 - Tekstslide

Wantrouwen tussen Oost en West voor WOII

Rusland stapte direct uit WOI
Alle bedrijven staatseigendom
Frankrijk en Engeland stuurden troepen naar Rusland. 
De SU voelde zich omsingeld door vijandige landen.

Slide 5 - Tekstslide

Wantrouwen tussen Oost en West voor WOII (2)

Komintern (1919), angst voor communistische wereldrevolutie
1939 niet-aanvalsverdrag met Hitler.
In september 1939 vielen Duitsland en de Sovjetunie Polen aan en verdeelden dit gebied.


Slide 6 - Tekstslide

Tijdens WOII kwamen de Grote Drie twee keer bijeen

eind 1943 in Teheran (Iran)  
februari 1945 Jalta (Oekraïne).  

Slide 7 - Tekstslide

Wantrouwen tussen Oost en West na WOII

Conferentie van Potsdam
Cordon Sanitair
Tweedeling van Duitsland
Trumandoctrine
Marshallplan
China, Korea en Vietnam communistisch

Slide 8 - Tekstslide

Communisme
Kapitalisme

Slide 9 - Sleepvraag

Passen de uitspraken bij het communisme?
Hieronder lees je een aantal dingen die mensen zeggen over het communisme. Past het er wel of niet bij?
Wel communisme
Geen communisme
"Er is een groot verschil tussen arme en rijke mensen."
"Ik mag zelf bepalen wat er wordt gemaakt in mijn fabriek."
"Ik krijg als boer even veel betaald als een dokter."
" Elke vijf jaar word er besloten wat we moeten maken in de fabriek."

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is het beste wapen tegen communisme?
A
Armoede
B
Oorlog
C
Vrijheid
D
Welvaart

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de bron (klik op de afbeelding voor beeldvullend). Waar was de tekenaar van deze spotprent bang voor? Kies het antwoord dat het beste past.
A
De tekenaar was bang dat er een wapenwedloop kwam
B
De tekenaar was bang dat het kapitalisme de landen in West-Europa zou overnemen
C
De tekenaar was bang dat het communisme de landen in West-Europa zou overnemen
D
De tekenaar was bang dat de landen in West-Europa onder dwang zouden moeten kiezen tussen communisme en kapitalisme

Slide 12 - Quizvraag

Wat was het Marshallplan?
A
Het Amerikaanse aanvalsplan op de Sovjet-Unie
B
Het aanvalsplan om Duitsland te verslaan
C
Een plan van de Amerikaanse regering om economische steun te geven aan Europa
D
Het plan om de Europese economie afhankelijk te maken van Amerika

Slide 13 - Quizvraag

Met een luchtbrug proberen de Amerikanen Berlijn in 1948 van voedsel te voorzien. De piloten worden de 'Rosinenbomber' genoemd, omdat ze o.a. rozijnen en snoep strooien.
Wat is GEEN gevolg van dit optreden van de Amerikanen?
A
De Russen zien in dat de blokkade van Berlijn tegen hen werkt en geven de blokkade op
B
De Berlijners krijgen meer sympathie voor de Russen en minder voor de Amerikanen
C
De Amerikanen worden voor de Berlijners van vijanden tijdens WO II nu vrienden
D
Tijdens WO II kruipen de jongeren voor de Amerikanen in de schuilkelder. Nu staan ze te juichen

Slide 14 - Quizvraag

§6.1 Koude Oorlog of echte oorlog?

Slide 15 - Tekstslide

Conflicten tijdens de Koude Oorlog

Blokkade van West-Berlijn
Berlijnse Muur
Cubacrisis
Vietnamoorlog


Slide 16 - Tekstslide

De blokkade van Berlijn

Slide 17 - Tekstslide

Blokkade Berlijn
1948-1949
  • Aanleiding: invoering nieuwe Duitse Mark (westen)
  • Doel: uithongeren West Berlijn zodat geallieerden vertrekken

Slide 18 - Tekstslide

VS zetten een luchtbrug op: vliegtuigen met voorraden voedsel
In 1949 heft de SU de blokkade op

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen Blokkade van Berlijn
  • Oprichting BRD + DDR

  • Wirschaftswunder
  • Warschaupact

Slide 21 - Tekstslide

Militaire Bondgenootschappen

NAVO: Westerse landen tegen communisme in 1949


Warschaupact: Reactie op de NAVO v.d. Sovjet-Unie en de communistische Oosterse landen


Slide 22 - Tekstslide

De Berlijnse muur
De Berlijnse muur

Slide 23 - Tekstslide

Bouw
Stoppen vluchtelingen van Oost naar West
13 augustus 1961
Tot 1989

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Cubacrisis

Slide 26 - Tekstslide

Cubacrisis 1962
1958 Cuba communistisch
1962 Russische raketinstallaties op Cuba
Blokkade
Chroesjtsjov en Kennedy overeenkomst

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

De Vietnamoorlog

Slide 29 - Tekstslide

Vietnamoorlog (1960-1975)
Noord Communistisch, Zuid gesteund door VS
Dominotheorie
Amerikaans ingrijpen
Wapenstilstand 1973
1975 Noord veroverd Zuid
TV-oorlog

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Wapenwedloop

Slide 32 - Tekstslide

Atoombom
Spionage
Waterstofbom
Lange afstandsraketten
Vreedzame co-existentie
 (vreedzaam naast elkaar leven)

Slide 33 - Tekstslide

Einde Koude Oorlog

Slide 34 - Tekstslide

In SU komt Gorbatsjov aan de macht

Verslechtering economie
Perestrojka
Glasnost


Slide 35 - Tekstslide

Wat is de NAVO?
A
Militaire samenwerking tussen de VS, Canada en West- en Zuid-Europese landen
B
Geldhulp van de VS aan Europa
C
Politieke samenwerking van West-Europa
D
Militaire Samenwerking tussen de Oostbloklanden.

Slide 36 - Quizvraag

Wat was het Warschaupact?
A
Een verdrag tussen landen in het Westen
B
Een militair bondgenootschap van landen in het Oostblok
C
Een verdrag tussen landen in het Oostblok
D
Een militair bondgenootschap van landen in het Westen

Slide 37 - Quizvraag

In welk jaar werd het Warschaupact opgericht?
A
1945
B
1948
C
1949
D
1955

Slide 38 - Quizvraag

De Berlijns Muur werd gebouwd omdat:
A
De DDR geen mensen meer uit West-Berlijn wilde ontvangen.
B
Er teveel mensen vanuit Oost- naar West-Berlijn vluchtten.
C
De Amerikanen dat aan de SU hadden gevraagd.
D
De SU elke ontmoeting tussen Oost en West wilde verbieden.

Slide 39 - Quizvraag

Wat is NIET waar over de Berlijnse Muur?
A
Het was een idee van de BRD
B
De Berlijnse Muur sloot het IJzeren Gordijn volledig
C
De Berlijnse Muur werd gemaakt zonder overleg tussen BRD en DDR
D
De Berlijnse Muur is hét symbool voor de Koude Oorlog

Slide 40 - Quizvraag

De Berlijnse Muur
A
1945 - 1961
B
1961 - 1989
C
1961 - 1991
D
1989 - 1991

Slide 41 - Quizvraag

Welke president was aan de macht (Verenigde Staten) tijdens de Cuba Crisis?
A
Kennedy
B
Reagan

Slide 42 - Quizvraag

Hoe reageerde John F. Kennedy tijdens de Cuba crisis?
A
Hij besloot om kernraketten op de SU af te vuren.
B
Hij besloot om Cuba aan te vallen.
C
Hij besloot om Cuba te blokkeren

Slide 43 - Quizvraag

Wat is een wapenwedloop
A
Een weddenschap over wie de beste wapens heeft
B
Een één op één gevecht met wapens
C
Strijd tussen partijen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft
D
Strijd tussen landen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft

Slide 44 - Quizvraag

Oorzaken Cubacrisis
Gevolgen Cubacrisis
Sinds 1959 was Cuba communistisch
Dit zorgde voor grote irritatie én angst bij de Verenigde Staten: "Communisme in de achtertuin!"
Betere communicatie tussen de VS en de SU: directe telefoonverbinding (Hotline)
De Amerikanen halen ook hun raketten uit Turkije

Slide 45 - Sleepvraag

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Cubacrisis
Oprichting NAVO
Bouw Berlijnse Muur
Atoombom op Hiroshima

Slide 46 - Sleepvraag

Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde
1
2
3
4
1. De val van de Berlijnse Muur
2. Gorbatsjov voert de maatregelen in om te zorgen voor toenadering met het Westen
3. De Sovjet-Unie is bijna failliet
4. De Sovjet-Unie valt uiteen in vijftien onafhankelijke staten

Slide 47 - Sleepvraag