3.2 Wereldwijde luchtstromen

§3.2 Wereldwijde luchtstromen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

§3.2 Wereldwijde luchtstromen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Terugkoppeling
2 lessen
les 1 mondiale atmosferische circulatie & Wet van Buys Ballot
les 2 ITCZ

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • overheersende windrichtingen intekenen op een aardbol;
  • overheersende windrichtingen verklaren aan de hand van de ligging van drukgebieden en het corioliseffect;
  • les 2
  • beredeneren waar, wanneer en uit welke richting een moesson waait

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Boek dicht
Aantekeningen maken

Mondiale windsysteem tekenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Alle luchtstromen op aarde
met de daarbij behorende
lage- en hogedrukgebieden.

Lucht stroomt altijd van hoge - naar lagedruk = wind
atmosferische circulatie/
mondiale windsysteem.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lagedrukgebied
Lage luchtdruk dat ontstaat doordat lucht opstijgt.

Ezelsbruggetje
Laag = een plaag (wolken en neerslag)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hogedrukgebied
Hoge luchtdruk dat ontstaat doordat lucht daalt.

Ezelsbruggetje
Hoog = droog (helder weer)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corioliseffect
Noordelijkhalfrond                            
= afwijking naar rechts                            

Zuidelijkhalfrond
= afwijking naar links 

Slide 12 - Tekstslide

Corioliseffect
Het Corioliseffect beschrijft de afbuiging van bewegende objecten (zoals luchtstromen en oceaanstromen) als gevolg van de rotatie van de aarde. Op het noordelijk halfrond buigt de beweging naar rechts, en op het zuidelijk halfrond naar links. Dit effect speelt een cruciale rol in de vorming van weersystemen zoals hogedruk- en lagedrukgebieden.

Wet van Buys Ballot
De wet van Buys Ballot is een praktische toepassing van het Corioliseffect op winden rondom druksystemen. Het stelt dat:

Op het noordelijk halfrond staat de wind met de rug naar de wind en ligt het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.
Op het zuidelijk halfrond is dit omgekeerd.
Dit betekent dat Buys Ballot’s wet een gevolg is van het Corioliseffect en niet hetzelfde. De wet helpt vooral meteorologen om windrichtingen te voorspellen zonder ingewikkelde berekeningen.

Dus kort samengevat: het Corioliseffect veroorzaakt de afbuiging van winden, en de wet van Buys Ballot beschrijft hoe deze winden zich gedragen rondom druksystemen.








Wet van Buys Ballot 
2 regels:
1: Lucht stroomt van hoge- naar lagedrukgebieden
2: Met op het NH een afwijking naar rechts - ZH een afwijking naar links


Slide 13 - Tekstslide

Corioliseffect
Het Corioliseffect beschrijft de afbuiging van bewegende objecten (zoals luchtstromen en oceaanstromen) als gevolg van de rotatie van de aarde. Op het noordelijk halfrond buigt de beweging naar rechts, en op het zuidelijk halfrond naar links. Dit effect speelt een cruciale rol in de vorming van weersystemen zoals hogedruk- en lagedrukgebieden.

Wet van Buys Ballot
De wet van Buys Ballot is een praktische toepassing van het Corioliseffect op winden rondom druksystemen. Het stelt dat:

Op het noordelijk halfrond staat de wind met de rug naar de wind en ligt het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.
Op het zuidelijk halfrond is dit omgekeerd.
Dit betekent dat Buys Ballot’s wet een gevolg is van het Corioliseffect en niet hetzelfde. De wet helpt vooral meteorologen om windrichtingen te voorspellen zonder ingewikkelde berekeningen.

Dus kort samengevat: het Corioliseffect veroorzaakt de afbuiging van winden, en de wet van Buys Ballot beschrijft hoe deze winden zich gedragen rondom druksystemen.








Teken!
Volg de instructies 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

   Huiswerk
       §3.2 Ⓜ︎ 1. 2, 3 ,4, 5 + maken 
       samenvattingsopdracht 

      
       Klaar?
       - Maken samenvatting §3.2

- 5 minuten - Tekenopdracht drukgebieden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken 
Hoe hogedrukgebieden en lagedrukgebieden op het NH en ZH bewegen.

Teken de evenaar

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
1. Spullen pakken
2. Herhalen §3.2
3. Aantekeningen maken
4. Filmpje uitleg moesson.
5. Huiswerk 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • overheersende windrichtingen intekenen op een aardbol;
  • overheersende windrichtingen verklaren aan de hand van de ligging van drukgebieden en het corioliseffect;
  • les 2
  • beredeneren waar, wanneer en uit welke richting een moesson waait

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passaat
Wind die waait van 30° NB/ZB richting de evenaar.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ITCZ is de zone met een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift rondom de evenaar.
Intertropische convergentiezone (ITCZ)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moesson: omgebogen passaten.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat de moesson?
1. ITCZ boven India
2. Wind van hogedrukgebied naar
     lagedrukgebied.
3. Passaat wordt naar ITCZ getrokken.
4. Passaat over evenaar dus afwijking 
     lucht richting.
5. Ontstaan Moesson = regentijd.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ITCZ
Wanneer is er een regenseizoen in India?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   Huiswerk
       §3.2 

       Klaar?
        - §3.2 Ⓜ︎ 1. 2, 3 ,4, 5 + maken
           samenvatting

-Lesdoelencheck

       

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • overheersende windrichtingen intekenen op een aardbol;
  • overheersende windrichtingen verklaren aan de hand van de ligging van drukgebieden en het corioliseffect;
  • beredeneren waar, wanneer en uit welke richting een moesson waait

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Noordelijk halfrond wind uit Noordoosten. 
2. Zuidelijk halfrond wind uit Zuidoosten.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. ITZC
2. Lagedrukgebied
3. Hogedrukgebied
4. Omgebogen       
     passaat = moesson
Ontstaan Moesson

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken een lagedrukgebied

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken een hogedrukgebied

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buys Ballot

Afwijking wind 
NH & ZH?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies