10.4 - ziek van de liefde

Ziek van de liefde
Paragraaf 10.4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ziek van de liefde
Paragraaf 10.4

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Terugblik vorige les
  • Uitleg paragraaf 10.4
  • Opdracht
  • Vragenlijst

Slide 2 - Tekstslide

Wat lees je hieruit af?
  • Jongens beginnen op latere leeftijd aan hun groeispurt en zijn daardoor al meer gegroeid als hun groeispurt begint.
  • De groei van de jongens tijdens de groeispurt is vaak sneller en duurt de groeispurt langer dan bij meisjes.

Slide 3 - Tekstslide

Waardoor groei je zo hard in de pubertijd
je groeit door groeihormonen

Celgroei: door celdeling krijg je meer cellen = groei

groei gebeurt in de groei-schijven. Na pubertijd verbenen  ze.

Slide 4 - Tekstslide

Celdeling
= kopiëren van cellen om zo oude cellen te vervangen en te groeien

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waardoor verandert je lichaam?
De veranderingen in je lichaam ontstaan door hormonen

Tijdens de puberteit gaat een belangrijk hormoonklier in je hersenen, de hypofyse, hormonen afgeven.

Deze hormonen gaan naar de geslachtsorganen. De geslachtsorganen gaan vervolgens zelf hormonen maken

Bij mannen maken de teelballen testosteron. Testosteron veroorzaakt de ontwikkeling van de mannelijke secundaire geslachtskenmerken

Bij vrouwen maken de eierstokken Oestrogeen. Oestrogeen zorgt voor de ontwikkeling van de vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking teelballen, eierstokken regelen
D
Zaadcellen en eicellen

Slide 9 - Quizvraag

Waar wordt oestrogeen geproduceerd?
A
Hypofyse
B
hypothalamus
C
Eierstok
D
Nieren

Slide 10 - Quizvraag

Waar wordt testosteron geproduceerd
A
Hypofyse
B
Hypothalamus
C
Bijnieren
D
Teelballen

Slide 11 - Quizvraag

Genderdysforie
Sommige mensen voelen dat ze niet met het juiste geslacht zijn geboren. Dit noemen we genderdysforie

Slide 12 - Tekstslide

SOA

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Wat is een soa?
Seksueel overdraagbare aandoening         ->         geslachtsziekte

Slide 15 - Tekstslide

SOA
Seksueel Overdraagbare Aandoening

  • Ziekte die overgedragen wordt door seks
  • virus of bacterie

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn soa's?
Soa: seksuele overdraagbare ziekte / geslachtsziekte
  • Infectieziekten die je door seks kunt krijgen.
  • besmettelijk  -> veroorzaakt door bacteriën en virussen.
  • bacteriën en virussen doorgegeven via:
  1. sperma
  2. vocht uit vagina
  3. bloed
  4. contact tussen slijmvliezen (zitten op penis, in de vagina, in de anus en in de mond)

Slide 17 - Tekstslide

Is corona een SOA?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Soa's

Slide 19 - Tekstslide

Aantal infecties

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen SOA onbehandeld
  • Blind
  • Onvruchtbaarheid
  • Aantasting centraal zenuwstelsel
  • Kanker
  • AIDS / immunodeficiëntie
  • Dood
Dus: Test na onveilige seks en bij symptomen

Slide 21 - Tekstslide

Meest voorkomende: chlamydia
Ontsteking geslachtsorganen door bacterie
inwendig en/of uitwendig
onvruchtbaarheid
ook besmettelijk als je je niet ziek voelt!

Slide 22 - Tekstslide

Chlamydia is te genezen door behandeling met antibiotica.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

SOA's
Chlamydia
Aids
herpes genitalis
Hepatitis B
Gonorroe 
Syfilis
Candida

Slide 24 - Sleepvraag

Via wat wordt een soa doorgegeven?

Slide 25 - Woordweb

Wat is een soa?
Seksueel overdraagbare aandoening         ->         geslachtsziekte

Géén soa door aanraken wc-bril, uit hetzelfde glas drinken o.i.d.

Slide 26 - Tekstslide

Wat moet je doen?

  1. Veilig vrijen
  2. Vermoeden van een soa -> Ga naar de huisarts
  3. Heb je een soa? Vertel het aan je partner

Slide 27 - Tekstslide

Aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome)

Wat is aids?/ Wat doet het.
Wat is het verschil tussen Hiv en Aids.
Hoe kun je aids krijgen?
Wat kun je tegen aids doen?
Wat zijn de symptomen?

Slide 28 - Tekstslide

AIDS 
Seropositief= iemand die besmet is met het aids virus maar nog die nog niet ziek is.

Slide 29 - Tekstslide

Hiv -> Aids
Aids-remmers

Slide 30 - Tekstslide

Wat is aids?
Aids: soa dat nog niet te genezen is.
  • komt door hiv -> aidsvirus
  • hiv in bloed -> seropositief
  1. besmet, nog niet ziek.
  2. symptomen kan jaren duren voordat je krijgt.
  3. maakt witte bloedcellen stuk.
  • Seropositief -> hiv-remmers
  1. zorgt dat symptomen pas later komen.

Slide 31 - Tekstslide

Tot volgende week!
Opdrachten: 
1 t/m 15

Slide 32 - Tekstslide