In veel van de Sinterklaaslegendes komen elementen voor die we nu nog kennen, bijvoorbeeld rond het strooien van snoepgoed en het geven van kadootjes. Een voorbeeld is het verhaal van de drie dochters:
Een arme man had drie dochters. Omdat hij niet genoeg geld had voor een bruidschat, besloot hij dat de dochters de prostitutie in moesten. Bisschop Nicolaas hoorde hiervan, en bezorgde de arme man een klomp goud, zodat hij zijn dochters niet in de prostitutie hoefde te laten werken. Hoe bezorgde Nicolaas dat goud bij de man?