IPv4- en IPv6-adressering en subnetten

IPv4- en IPv6-adressering en subnetten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

IPv4- en IPv6-adressering en subnetten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Begrijpen wat IPv4- en IPv6-adressering is
- De verschillende soorten IPv4- en IPv6-adressen kennen
- IPv4-netwerksubnetten begrijpen
- IPv6-subnetten kunnen berekenen

Slide 2 - Tekstslide

- Leg het doel van de les uit en benadruk hoe belangrijk deze vaardigheden zijn - Vermeld of er voorkennis nodig is
Wat weet je al over IPv4- en IPv6-adressering en subnetten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten IPv4-adressen
- Publieke adressen: unieke adressen op internet
- Private adressen: niet-unieke adressen, gebruikt in lokale netwerken
- Loopback-adres: 127.0.0.1, verwijst naar de eigen computer

Slide 4 - Tekstslide

- Bespreek de drie soorten IPv4-adressen - Leg uit wanneer elk type adres wordt gebruikt
Wat is IPv6-adressering?
- Een IPv6-adres is een 128-bit nummer
- Het bestaat uit acht blokken van vier hexadecimale cijfers, gescheiden door dubbele punten
- 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334 is een voorbeeld van een IPv6-adres

Slide 5 - Tekstslide

- Leg kort uit wat IPv6-adressering inhoudt - Geef een voorbeeld van een IPv6-adres
Soorten IPv6-adressen
- Unicast-adressen: één-op-één communicatie
- Multicast-adressen: één-naar-veel communicatie
- Anycast-adressen: één-naar-dichtstbijzijnde communicatie

Slide 6 - Tekstslide

- Bespreek de drie soorten IPv6-adressen - Leg uit wanneer elk type adres wordt gebruikt
IPv4-netwerksubnetten
- Een subnet is een deel van een netwerk
- Subnetmaskers bepalen welke delen van het IP-adres het subnet en het hostgedeelte zijn

Slide 7 - Tekstslide

- Leg uit wat een subnet is - Bespreek subnetmaskers en hoe ze worden gebruikt om subnetten te definiëren
IPv4-subnetvoorbeeld
- Netwerkadres: 192.168.0.0
- Subnetmasker: 255.255.255.0
- Hostbereik: 192.168.0.1 tot 192.168.0.254

Slide 8 - Tekstslide

- Geef een voorbeeld van een IPv4-subnet - Leg uit hoe het subnetmasker wordt gebruikt om het subnet te definiëren
IPv6-subnetten
- IPv6-adressen hebben een prefix die het subnet identificeert
- /64-prefixen zijn het meest gebruikelijk

Slide 9 - Tekstslide

- Leg uit hoe IPv6-subnetten werken - Bespreek de /64-prefix en waarom het vaak wordt gebruikt
IPv6-subnetvoorbeeld
- IPv6-adres: 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334/64
- Dit adres maakt deel uit van het subnet 2001:0db8:85a3::/64

Slide 10 - Tekstslide

- Geef een voorbeeld van een IPv6-subnet - Leg uit hoe het subnetprefix wordt gebruikt om het subnet te definiëren
IPv4 vs IPv6
- IPv4 gebruikt 32-bits adressen, terwijl IPv6 128-bits adressen gebruikt
- IPv4 heeft ongeveer 4,3 miljard adressen, terwijl IPv6 2^128 adressen heeft
- IPv4 gebruikt subnetmaskers om subnetten te definiëren, terwijl IPv6 subnetprefixen gebruikt

Slide 11 - Tekstslide

- Vergelijk IPv4 en IPv6 - Benadruk de belangrijkste verschillen tussen de twee protocollen
IPv4-adressen klassen
- IPv4-adressen zijn verdeeld in 5 klassen: A, B, C, D en E
- De klassen worden bepaald door de waarde van het eerste octet
- Klasse A-adressen beginnen met 1 tot 127

Slide 12 - Tekstslide

- Bespreek de 5 klassen van IPv4-adressen - Leg uit hoe de klasse wordt bepaald
IPv4-reserveringen
- Sommige IPv4-adressen zijn gereserveerd voor speciale doeleinden
- Voorbeelden zijn 127.0.0.1 (loopback), 169.254.0.0/16 (link-local), en 192.0.0.0/24 (TEST-NET)

Slide 13 - Tekstslide

- Bespreek de gereserveerde IPv4-adressen - Leg uit waarvoor elk adres wordt gebruikt
IPv6-adressen types
- Globale unicast-adressen: voor communicatie op internet
- Link-local adressen: voor communicatie binnen een subnet
- Unique local adressen: voor communicatie binnen een organisatie

Slide 14 - Tekstslide

- Bespreek de drie soorten IPv6-adressen - Leg uit wanneer elk type adres wordt gebruikt
IPv6-adressen notatie
- Dubbele nullen kunnen worden afgekort tot een dubbele punt
- Opeenvolgende blokken van nullen kunnen worden afgekort tot '::'
- 2001:0db8::1 is een kortere notatie van 2001:0db8:0000:0000:0000:0000:0000:0001

Slide 15 - Tekstslide

- Leg uit hoe IPv6-adressen kunnen worden afgekort - Geef een voorbeeld van een kortere notatie
IPv6-reserveringen
- Sommige IPv6-adressen zijn gereserveerd voor speciale doeleinden
- Voorbeelden zijn ::1 (loopback), fe80::/10 (link-local), en fc00::/7 (unique local)

Slide 16 - Tekstslide

- Bespreek de gereserveerde IPv6-adressen - Leg uit waarvoor elk adres wordt gebruikt
IPv4 en IPv6 oefening
- Geef een IPv4-adres en vraag de studenten om het type adres te identificeren
- Geef een IPv6-adres en vraag de studenten om het subnetprefix te identificeren

Slide 17 - Tekstslide

- Geef de studenten enkele oefeningen om hun begrip van IPv4- en IPv6-adressering en subnetten te testen - Bespreek de antwoorden en eventuele fouten
Samenvatting
- IPv4 gebruikt 32-bits adressen, terwijl IPv6 128-bits adressen gebruikt
- IPv4 heeft ongeveer 4,3 miljard adressen, terwijl IPv6 2^128 adressen heeft
- IPv4 gebruikt subnetmaskers om subnetten te definiëren, terwijl IPv6 subnetprefixen gebruikt
- Er zijn verschillende soorten IPv4- en IPv6-adressen voor verschillende doeleinden

Slide 18 - Tekstslide

- Geef een overzicht van de belangrijkste punten van de les - Benadruk de belangrijkste verschillen tussen IPv4 en IPv6
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.