cognitieve ontwikkeling: verstand: weten en kennen
lichamelijke ontwikkeling: groei in lengte gewicht
emotionele ontwikkeling: leren omgaan met emoties
Slide 9 - Tekstslide
Leren omgaan met verdriet valt onder de ……. ontwikkeling
A
cognitieve
B
sociale
C
lichamelijke
D
emotionele
Slide 10 - Quizvraag
Het leren omgaan met emoties, met gevoelens hoort bij welke ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
motorische ontwikkeling
D
emotionele ontwikkeling
Slide 11 - Quizvraag
De motorische ontwikkeling hoort bij:
A
de cognitieve ontwikkeling
B
de lichamelijke ontwikkeling
C
de sociale ontwikkeling
D
de emotionele ontwikkeling
Slide 12 - Quizvraag
Het leren voor een proefwerk wiskunde is een taak voor de ….. ontwikkeling
A
motorische
B
sociale
C
cognitieve
D
lichamelijke
Slide 13 - Quizvraag
De ontwikkeling die te maken heeft met de beweging van het lichaam is welke ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
emotionele ontwikkeling
D
motorische ontwikkeling
Slide 14 - Quizvraag
Bij een teamsport leer je goed samenwerken en met anderen omgaan. Welke voordelen heeft sporten nog meer voor je lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling.
Slide 15 - Open vraag
Activiteit organiseren
1. Voorbereiden
2. Uitvoeren
3. Nazorg
4. Terugkijken
Slide 16 - Tekstslide
Een draaiboek bestaat uit 4 stappen. Welke 4 zijn dat?
Slide 17 - Open vraag
Voor meneer Jansen is het belangrijk dat hij bewegingsspelletjes doet. Welke van onderstaande spellen is een bewegingsspel?
A
bal gooien
B
voorlezen
C
bingo
D
kaarten bij de kaartclub
Slide 18 - Quizvraag
Welke activiteiten stimuleert de fijne motoriek?
meerdere antwoorden mogelijk
A
verstoppertje spelen
B
tekening maken
C
voetballen
D
knippen en plakken
Slide 19 - Quizvraag
Rond 3 jaar imiteren peuters tijdens een spel. Denk aan het spel 'mama en pappaatje' in de poppenhoek. Welke vorm van spel zie je terug?
A
Fantasie
B
Parallel
C
Associatief
D
Constructief
Slide 20 - Quizvraag
Door met lego te spelen werkt het kind aan het
A
fantasie spel
B
Imitatie spel
C
bewegingsspel
D
constructie spel
Slide 21 - Quizvraag
Rond de 5 jaar gaat het spel over in samenwerken met een doel, zoals regels en afspraken maken bij een spel. Hoe noem je dit?