Onregelmatige werkwoorden

Nederlands
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze les...
- Samen lezen
- Doelen doornemen
- Uitleg en oefening onregelmatige werkwoorden 
- Maken opdrachten - onregelmatige werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Samen 'Split second' lezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
- Ik kan moeilijke onregelmatige werkwoorden correct spellen.

Slide 5 - Tekstslide

Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Je hebt geleerd dat er drie manieren zijn om de pvtt te spellen:
- ik-vorm
- ik-vorm+t
- hele werkwoord
Bij moeilijke onregelmatige werkwoorden gelden deze regels niet.

Slide 6 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De persoonsvormen (tt en vt) van onregelmatige werkwoorden schrijf je niet volgens vaste regels. Ook het voltooid deelwoord is vaak anders.

De vormen van deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De grote 5:
Zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 8 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:   tt      zijn      -          vt         zullen
    ik                           ben   - was         zal   -    zou
    jij                           bent   - was        zult  - zou
    hij/zij/het           is - was                 zal  -  zou
    wij/jullie/zij       zijn  - waren      zullen -zouden
 
   ik ben                 geweest

Slide 9 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       kunnen
    ik                           kan                            kon
    jij                           kan / kunt               kon
    hij/zij/het          kan                             kon
    wij/jullie/zij      kunnen                     konden
    ik heb                 gekund

Slide 10 - Tekstslide

Oefening
Wat is de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord in.

ROEP NIET, STEEK JE VINGER OMHOOG.

Slide 11 - Tekstslide

Je (zullen) wel moe zijn na zo'n intensief weekend.

Slide 12 - Open vraag

De docent veronderstelt dat iedereen het huiswerk gemaakt (hebben).

Slide 13 - Open vraag

Hij (willen) dat vandaag geregeld hebben.

Slide 14 - Open vraag

(zijn) jij niet verbaasd over die prestatie?

Slide 15 - Open vraag

Roy en Max (willen) gisteren naar de bioscoop gaan.

Slide 16 - Open vraag

De coach (zijn) afgelopen zaterdag tevreden over de wedstrijd.

Slide 17 - Open vraag

(zullen) jij dat misschien voor mij willen doen?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag!
 Onregelmatige werkwoorden:
Opdrachten -1 tot en met 11.
Let goed op of je tegenwoordige of verleden tijd 
moet gebruiken!

Ben je klaar? Dan wil ik dat je gaat trainen met onregelmatige werkwoorden of persoonsvorm tt.


timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

https://dashboard.blooket.com/set/629efe8f2dac3a42a1370bd6

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan onregelmatige werkwoorden
correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Afsluiting
Volgende les
Gaan we verder met mixed opdrachten. 


Zijn er nog vragen?

Controleer of je huiswerk hebt

Slide 22 - Tekstslide