H2 par. 3 Wat is normaal?

Wat is een voorbeeld van socialisatie?
A
Adhd hebben
B
Nederlands leren spreken
C
Groene ogen veranderen in bruine ogen
D
Je haar verven
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is een voorbeeld van socialisatie?
A
Adhd hebben
B
Nederlands leren spreken
C
Groene ogen veranderen in bruine ogen
D
Je haar verven

Slide 1 - Quizvraag

Welke groep geloofd er in dat het meeste gedrag is aangeboren?
A
Nature-aanhangers
B
Nurture-aanhangers

Slide 2 - Quizvraag

Door een slak te eten als kleuter erachter komen dat je dit niet lust is een voorbeeld van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 3 - Quizvraag

Door een slak te eten omdat je ouders dat doen, erachter komen dat je dit niet lust is een voorbeeld van leren door:
A
Informatie/aanwijzigen
B
imitatie
C
ervaringen
D
experimenteren

Slide 4 - Quizvraag

Een voorbeeld van internalisatie is u zeggen tegen oudere mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Deze reclame is een voorbeeld van ... gedrag
A
Rolbevestigend(Je doet iets wat van je verwacht wordt)
B
Roldoorbrekend ( je doet iets wat niet van je verwacht wordt)

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Deze reclame is een voorbeeld van ... gedrag
A
Rolbevestigend(Je doet iets wat van je verwacht wordt)
B
Roldoorbrekend ( je doet iets wat niet van je verwacht wordt)

Slide 9 - Quizvraag

Planning
07/09: Vaardigheden: meningen en argumenten 
10/09: H1 par. 2 Hoe maken we keuzes? 
14/09: H1 par. 3 Hoe onderzoek je de samenleving?
17/09: H1 par. 3 Hoe onderzoek je de samenleving?
21/09: H2 par. 1: Hoe word je wie je bent?
24/09: H2 par. 1: Hoe word je wie je bent?
28/09: -
01/09: H2 par. 2: Een leven lang leren
05/10: -
08/10: -
12/10: H2 par. 3: Wat is normaal?
15/10: H2 par. 3 Wat is normaal?
Herfstvakantie
Nieuwe docent

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
  • Uitleg H2 par. 3
  • Afscheid

Slide 11 - Tekstslide

Na deze les ken je/kun je
Begrippen: pubertijd, tolerantie, abnormaal en asociaal.
Je kunt voorbeelden bedenken bij de begrippen.

Je weet dat de waarden en normen van een tijd steeds veranderen. Wat vroeger normaal is, is dat misschien nu niet meer.

Slide 12 - Tekstslide

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 13 - Tekstslide

Je grenzen opzoeken





Veel pubers gaan eigen keuzen maken en grenzen verleggen. Denk bijvoorbeeld aan:
Je kledingkeuze
Je muzieksmaak
Je seksuele identiteit ontdekken
Experimenteren met alcohol en drugs

Slide 14 - Tekstslide

Tolerantie
Mensen verschillen van elkaar en hebben verschillende waarden en normen. Het accepteren van elkaar heeft te maken met tolerantie.

Slide 15 - Tekstslide

Abnormaal of asociaal gedag
Wanneer de verschillen in waarden en normen zó groot zijn dat je het gedrag van de ander echt niet begrijpt, ervaar je dat gedrag als abnormaal of asociaal.

Slide 16 - Tekstslide

Welk gedrag van anderen ervaar jij als abnormaal?

Slide 17 - Open vraag

Denk je dat bepaald gedrag van jou door anderen als abnormaal wordt beschouwd?

Slide 18 - Open vraag

Opdrachten (Blz. 24 en 25 samen lezen. )
1. Noem iets van Daan, Eva of de agent wat je normaal vindt en waarvan je denkt: dat zou ik ook doen. Leg uit waarom je dat vindt.

2. Noem iets wat je abnormaal vindt en waarvan je denkt: dat zou ik niet doen. 

3. Daan komt 's avonds thuis en vertelt zijn ouders wat er gebeurd is. Hoe zou jij reageren als je de vader of moeder van Daan was?

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
H2 par. 3 opdrachten 1 t/m 5 + 7 t/m 13

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Groepsnormen
Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

Groepsnormen
  • Soms doe je dingen die je eigenlijk niet wilt doen, omdat de groep waarin je zit dat van je verwacht.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 23 - Tekstslide

Pestgedrag
Pestgedrag vindt vaak plaats onder groepsdruk. Als pesten plaatsvindt via het internet, dan noem je dat cyberpesten.

Slide 24 - Tekstslide

Verschillen met ouders
De normen en waarden van kinderen en hun ouders kunnen verschillen. Denk maar eens aan:
  • taalgebruik
  • uitgaan
  • kleding
  • het gebruik van mobieltjes

Slide 25 - Tekstslide

Verschillen met je ouders
Dat wat wij normaal vinden en wat vroeger normaal gevonden wordt, verandert ook steeds. Tijd opa en oma is anders dan dat waarin wij nu leven.

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiten
Begrippen: pubertijd, tolerantie, abnormaal en asociaal.
Je kunt voorbeelden bedenken bij de begrippen.

Je weet dat de waarden en normen van een tijd steeds veranderen. Wat vroeger normaal is, is dat misschien nu niet meer.

Slide 27 - Tekstslide