Wk 1: Les 2. Reflexive and reciprocal pronouns

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today:
  1. I understand how to use reflexive pronouns (... myself)
  2. I understand how to use reciprocal pronouns (... each other)
  3. I know what I must revise  for the test

Slide 2 - Tekstslide

Welk van de onderstaande woorden zijn 'reflexive pronouns'?
A
myself, herself, themselves
B
my, her, their
C
each other, one another
D
myself, their, each other

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

She is looking at herself.
He is talking to himself.
They are enjoying themselves.
Reflexive Pronouns.

Slide 5 - Tekstslide

Welk van de onderstaande woorden zijn 'reciprocal pronouns'?
A
like, as
B
my, her, their
C
each other, one another
D
myself, their, each other

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Reciprocal pronouns
Reciprocal pronouns worden gebruikt om een wederzijdse relatie uit te drukken. Je vertaalt het met "elkaar"

Het verwijst naar het onderwerp van de zin.
They are talking to each other.
We will always love one another.
Sarah and Marvin always help each other.





Slide 8 - Tekstslide

stopwatch
00:00
We marry each other

Slide 9 - Woordweb

We marry each other

Slide 10 - Tekstslide

Uitzonderingen
Reflexive pronouns gebruik je niet na werkwoorden als wash, dress en shave, tenzij je nadruk wilt leggen op wie het doet. 
(Deze werkwoorden gaan over acties die mensen meestal voor zichzelf doen)

Reciprocal pronouns gebruik je niet na werkwoorden als hug, marry en kiss.
(Deze werkwoorden geven al aan dat de handeling van beide kanten komt. 

Slide 11 - Tekstslide

like and as
je kunt like en as gebruiken om vergelijkingen te maken.

* like gebruik we bij zelfstandig naamwoorden

* as bij bijzinnen en  in combinatie met voorzetsels

Slide 12 - Tekstslide

'Like' and 'as'(vergelijkingen)
It smells like teen spirit.
She sings like a bird.
your brother looks like you.
It often rains here, as it does in Britain.
We often drink tea, as they do in China.
As in 2014, the band topped the charts.
Je kunt like en as gebruiken om vergelijkingen mee te maken. Je vertaalt deze woorden met 'net als'.

Slide 13 - Tekstslide

We have got so many animals, our house is (like/as) a zoo!

Slide 14 - Open vraag

The advertising agency hired me (like/as) billboard designer.

Slide 15 - Open vraag

You will see teeth decay a lot when you work ___ (like/as) a dentist.

Slide 16 - Open vraag

Advertisements often have texts such as: "Feel ___ (like/as) a Rockstar!!"

Slide 17 - Open vraag

Any questions?

Slide 18 - Tekstslide

Homework revision
Ex 26, 27, 28.

Slide 19 - Tekstslide

Extra practise: Scan the QR code and do the exercises in thePowerpoints in its learning .Good luck !

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide