D toets hfst 3
1 / 37
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Mensen kunnen ziektes overbrengen op dieren en dieren op mensen. Hoe noem je dat?
Slide 2 - Open vraag
Na het werken met dieren moet je altijd direct je handen wassen met warm water en zeep.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Je mag sieraden dragen tijdens het werken met dieren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Je moet schoenen dragen met veel profiel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Als je lang haar hebt , moet je dat in een staart doen of opsteken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Hoe noem je het verwijderen van zichtbaar en onzichtbaar organisch vuil?
Slide 7 - Open vraag
Hoe noem je het afzonderen van zieke dieren om besmetting van besmettelijke ziektes te voorkomen?
Slide 8 - Open vraag
Wat zijn virussen, parasieten en bacteriën?
Slide 9 - Open vraag
De lintworm is ...
A
Besmettelijke ziekte
B
Niet-besmettelijke ziekte
Slide 10 - Quizvraag
Een vergiftiging is ...
A
Besmettelijke ziekte
B
Niet-besmettelijke ziekte
Slide 11 - Quizvraag
Mond- en klauwzeer is ...
A
Besmettelijke ziekte
B
Niet-besmettelijke ziekte
Slide 12 - Quizvraag
Maken gebruik van andere organismen waarop ze leven
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Parasieten
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem je het als een hond weinig contact heeft gehad met de buitenwereld?
A
Kennelsyndroom
B
Prikkelen
C
Socialiseren
D
Insleep
Slide 14 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de PAT-waarde?
A
Lichaamstemperatuur
B
Beweging
C
Hartslag
D
Ademhaling
Slide 15 - Quizvraag
Tot welk type viervoeter hoort dit dier?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger
D
Hoefganger
Slide 16 - Quizvraag
Welk type dier wordt ook wel een hoefganger genoemd?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger
Slide 17 - Quizvraag
Welke type dier kan heel hard rennen?
A
Zoolganger
B
Teengager
C
Topganger
Slide 18 - Quizvraag
Bij welk type dier raken alleen de kootjes de grond?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger
Slide 19 - Quizvraag
Waar zijn nagkels, klauwen en hoeven van gemaakt?
Slide 20 - Open vraag
Wat helpt niet om de tanden van een paard te laten slijten?
A
Het paard laten grazen.
B
Het paard een wilgentak geven.
C
Het paard meerdere keren per dag voeren.
D
Het paard biks geven.
Slide 21 - Quizvraag
Een harde geelbruine laag op het gebit noem je?
A
Tandsteen
B
Tandplak
Slide 22 - Quizvraag
Wat is voorbeeld van ruwvoer?
A
Knaagdiervoer
B
Hooi
C
Hondenbotje
D
Vogelvoer
Slide 23 - Quizvraag
Hoe noem je de tanden van konijnen en knaagdieren die door blijven groeien en misvormen?
A
Olifantstanden
B
neushoorntanden
Slide 24 - Quizvraag
Wat is rantsoen?
A
De juiste hoeveelheid en soort voer dat een dier dagelijks moet eten
B
Een dier krijgt een paar dagen geen voer alleen maar water.
C
De maximale hoeveelheid voer voor een dier per dag.
D
De verschillende soorten voer die dieren eten.
Slide 25 - Quizvraag
Welk begrip hoort erbij?
Voer dat voldoende is om een dier gezond te houden.
Voer dat voldoende is om een dier gezond te houden.
A
Krachtvoer
B
Ruwvoer
C
Onderhoudsvoer
D
Productievoer
Slide 26 - Quizvraag
Welk begrip hoort erbij?
Voer voor een dier dat bijvoorbeeld eieren of melk maakt
Voer voor een dier dat bijvoorbeeld eieren of melk maakt
A
Krachtvoer
B
Ruwvoer
C
Onderhoudsvoer
D
Productievoer
Slide 27 - Quizvraag
Welk begrip hoort erbij?
Onbewerkt en ongemengd voer waar veel structuur in zit.
Onbewerkt en ongemengd voer waar veel structuur in zit.
A
Droge stof
B
Ruwvoer
C
Krachtvoer
D
Onderhoudsvoer
Slide 28 - Quizvraag
Welk begrip hoort erbij?
Gemengd voer waar weinig structuur in zit, maar veel energie en eiwit.
Gemengd voer waar weinig structuur in zit, maar veel energie en eiwit.
A
Droge stof
B
Ruwvoer
C
Krachtvoer
D
Onderhoudsvoer
Slide 29 - Quizvraag
Klauwverzorging hoort bij?
A
Periodieke verzorging
B
Dagelijkse verzorging
Slide 30 - Quizvraag
Waarom is het belangrijk dat je werkkleding draagt?
A
Het zit gemakkelijker.
B
Het voorkomt dat je vuil meeneemt buiten de werkomgeving.
C
Het is veel goedkoper.
D
Het voorkomt dat je eigen kleding vuil wordt.
Slide 31 - Quizvraag
Wat is insleep?
Slide 32 - Open vraag
Wat is geen voorbeeld van preventieve gezondheidszorg?
A
Ontwormen
B
Hoeven bekappen
C
Temperatuur meten
D
Poot gipsen
Slide 33 - Quizvraag
Wat bedoelen we met de conditie van een dier?
Slide 34 - Open vraag
Wat is het verschil tussen reinigen en ontsmetten?
Slide 35 - Open vraag
Wat voor type vacht heeft een Golden retriever?
A
Vilthaar
B
Korthaar
C
Stokhaar
D
Halflang haar
Slide 36 - Quizvraag
Wat voor type vacht heeft een poedel?
A
Langhaar
B
Krulhaar
C
Vilthaar
D
Ruwhaar
