Planmatigzorgverlenen PES

• zorgplan
• MBO
• Studiejaar 1

Het zorgplan

Wat is een zorgplan en wat staat erin?

Het vaststellen van het zorgprobleem en het zorgdoel en welke activiteiten zetten we in om het zorgprobleem te verhelpen.

Doel van deze les

De student vult via een rapportage een zorgplan aan en stelt vanuit deze rapportage zorgproblemen en doelen vast. Vanuit deze doelen kiest de student activiteiten die bijdragen aan het oplossen van de  zorgproblemen.

SUBdoel van deze les:

De student formuleert de zorgproblemen volgens de PES.

De student formuleert de zorgdoelen volgens de SMART.

De student formuleert de activiteiten volgens de SMART.

Wat gaan we doen?

De stappen bekijken waaruit het zorgplan bestaat

Oefenen met het formuleren van een zorgprobleem volgens de PES. 

Oefenen met het formuleren van een zorgdoel volgens de SMART.

Oefenen met het formuleren van een activiteit volgens de SMART.

Wat staat er volgens jou allemaal in het zorgplan?

Over welke onderwerpen zou je de zorgvrager een vraag willen stellen tijdens het intake anamnese gesprek?

lichamelijk welbevinden

participatie

woon en leefomstandigheden

mentaal welbevinden - autonomie

Noem een zorgbehoefte
die je in het zorgleefplan
zou zetten.

Laat de studenten het woordweb invullen.

Draai de kaartjes om de beurt om en bespreek met de groep bij welk domein (klik op het oog) het antwoord hoort.

Wat is het zorgprobleem van meneer Groen?

Hoe zou je dit als zorgdoel opstellen.

P = probleem:   Wat zijn de klachten,             gezondheidsverstoringen 

en de reactie van de ZV op de ziekte?

E = Etiologie:  Wat is de ziekteoorzaak en wat zijn de samenhangende factoren?

S = Symptomen:  Zijn er aanwijzigingen, signalen en waarneembare verschijnselen?

oefenen

Op de afdeling waar je werkt lees je in de rapportage:

 "Mw is humeurig en prikkelbaar. Heeft slecht geslapen, ze zegt dat het door het lawaai op de gang komt".

Wat is het zorgprobleem?

                       (Is ontstaan door ............................................)

                      (Dit uit zich in...............................................)

Wat zijn de klachten, gezondheidsverstoringen en de reactie van de patient op de ziekte?

P

Wat is de ziekteoorzaak en wat zijn de samenhangende factoren?

E

Zijn er aanwijzingen, signalen en waarneembare verschijnselen?

S

Het zorgprobleem is:

Mw slaapt slecht door het lawaai op de gang, hierdoor is ze prikkelbaar

Oefening 2

​Mw Pietersen is overgeplaatst van het ziekenhuis. Ze heeft een heupoperatie ondergaan na een gebroken heup.

In het ziekenhuis had ze bedrust en ze komt bij juliie op de afdeling om te revalideren. Ze klaagt over buikpijn, ze heeft 3 dagen geen ontlasting gehad.

Wat is het probleem?

Wat is de oorzaak?
(etymologie)

Wat zijn de klachten?
(symptomen)

schrijf 3 dingen op die je hebt geleerd.

noem 2 dingen die je nog niet goed hebt begrepen.

Noem 1 ding waar je een vraag over wilt stellen.