Nieuwsbegrip Ruimtetelescoop

Nieuwsbegrip
Ruimtetelescoop James Webb
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip
Ruimtetelescoop James Webb

Slide 1 - Tekstslide

Telescoop

Slide 2 - Woordweb

We lezen de tekst 

Slide 3 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 4 - Open vraag

2. Wat gebeurde er achtereenvolgens bij de lancering?
Beschrijf vier dingen in de goede volgorde.

Slide 5 - Open vraag

3. Wat zijn de twee belangrijkste verschillen tussen de Hubble- en de James Webb-telescoop?

Slide 6 - Open vraag

4. Wat zijn de voor- en nadelen van de grote afstand van de James Webb-telescoop?

Slide 7 - Open vraag

5. Wat maakt de James Webb-telescoop zo belangrijk?

Slide 8 - Open vraag

6. Wat kunnen onderzoekers zien aan het licht van een planeet buiten een zonnestelsel?

Slide 9 - Open vraag

7. Waarom blijft het nog even spannend of de telescoop gaat werken?

Slide 10 - Open vraag

In r. 12 staat het woord de capsule. Wat is dit?
A
het onderdeel van een raket dat achterblijft op een planeet
B
het onderdeel van een raket dat wordt vernietigd
C
het onderdeel van de raket waar de motor zit
D
het onderdeel van een raket waar mensen of spullen in vervoerd worden

Slide 11 - Quizvraag

Welk kopje past ook bij het stukje De lancering? Kies het beste kopje.
A
Zuid-Amerika
B
Capsule
C
Scheuren
D
Spannend

Slide 12 - Quizvraag

Met welke zin kan het stukje 'Dieper in het heelal kijken' het beste verdergaan?
A
Als dat zo is, is er misschien leven op die planeet
B
Dan is er geen leven mogelijk op die planeet.
C
Dan hoeven wetenschappers dat niet te onderzoeken
D
Als dat zo is, dan kunnen astronauten naar die planeet

Slide 13 - Quizvraag

In r. 35-36 staat: Eerst moet de telescoop nog twee keer zijn koers wijzigen. Wat betekent de koers?
A
de afstand
B
de richting
C
de snelheid
D
de tempratuur

Slide 14 - Quizvraag

Lees r. 34-38. Op welke plek zou de zin ‘Het blijft dus nog even spannend’ (r. 36-37) ook kunnen staan?
A
als laatste zin van de inleiding
B
als eerste zin van het stukje Nog even wachten (r. 35)
C
als laatste zin van het stukje Nog even wachten (r. 38)
D
op geen van deze plekken

Slide 15 - Quizvraag