Economie H2 par. 3 ben je verzekerd? (les 1) HSX

HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.3 (les 1)
Ben je verzekerd?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.3 (les 1)
Ben je verzekerd?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les :
  • weet je wat verzekeren inhoudt
  • kan je de premie van een verzekering berekenen
  • weet je wat solidariteit en  risicoaversie betekenen

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp 1
  • .Het vermijden van risico's en je verzekeren tegen risico's

Slide 3 - Tekstslide

Risico's
Risicoaversie: het vermijden van risico

Slide 4 - Tekstslide

Verzekeren
De verzekeraar neemt de financiële gevolgen over van een schade van de verzekerde.
 
Verzekeraar = het bedrijf ( welke ken je???)
Verzekerde = de klant

Als de verzekerde schade heeft, kan de verzekeraar een bedrag uitkeren.

Slide 5 - Tekstslide

Verzekeren
Verzekeraar
Verzekerde
Premie
Schade

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp 2

  • Wat is een verzekeringspremie en hoe bereken je de premie van een verzekering?




Zie volgende sheet.

Slide 7 - Tekstslide

Premie
De prijs die je betaalt om je risico verzekeren, heet premie.

De hoogte van de premie hangt af hoe hoog het risico is van het verzekeren. 

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw verzekeringskosten
       (Premie + Poliskosten) + Assurantiebelasting 21% =
 
       Verzekeringskosten      

Eerst de premie en de kosten bij elkaar optellen. Dat antwoord keer 1,21

Slide 9 - Tekstslide

Onderwerp 3

  • solidariteit?


Zie volgende sheet.

Slide 10 - Tekstslide

Solidariteit
Solidariteit betekent het gezamenlijk dragen van risico’s ongeacht de omvang van het persoonlijke risico.

Slide 11 - Tekstslide

Risico berekenen 
Risico = kans op voorval x gemiddeld schadebedrag 
De kans dat je scooter wordt gestolen is 1:5 ( 1 op 5) 
Dat wil zeggen dat eens in de vijf jaar je scooter gestolen wordt.
 
Een nieuwe scooter kost 2.000 euro.

(1:5) x 2000 = 400euro
Is de premie voor de verzekering per jaar minder dan 400 euro dan kan je een verzekering overwegen

Slide 12 - Tekstslide

Vragen
En dan nu enkele lastige vragen....

Slide 13 - Tekstslide

Het schriftelijke bewijs van een verzekering.
A
polis
B
overdrachtsinkomen
C
financiering

Slide 14 - Quizvraag

Waarom sluiten mensen een verzekering af?
A
Om minder risico te lopen
B
Om premie te betalen
C
Om geld te besparen
D
Om geld mee te verdienen

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het bedrag dat je betaalt aan de verzekeraar om verzekerd te zijn?
A
Premie
B
Claim
C
Schadevergoeding
D
Geldsom

Slide 16 - Quizvraag

Wat is risico-aversie?
A
Het opzoeken van risico's
B
Verzekeren
C
Sparen
D
Het vermijden van risico's

Slide 17 - Quizvraag

Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekeringsmaatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met "solidariteit" bij een verzekering?
A
Iedereen moet premie betalen
B
Iedereen krijgt een schadevergoeding
C
Met premies van verzekerden worden uitkeringen betaald

Slide 19 - Quizvraag

Bereken de verzekeringskosten:
De premie is €34,60, de poliskosten is 4,50 en de assurantiebelasting is 21%.
A
€39,10
B
€47,31
C
€41,87
D
€8,21

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn poliskosten?
A
Kosten van de overheid
B
Kosten om de polis te maken en te versturen.
C
Kosten die de verzekeraar betaalt
D
Kosten die de verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 21 - Quizvraag

Over de poliskosten betaal je geen assurantiebelasting.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vaak moet je poliskosten betalen?
A
1 keer per jaar
B
1 keer per maand
C
1 keer per verzekering
D
1 keer per 5 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Premie is 58,80 en de poliskosten zijn 4,20. Assurantiebelasting is 21%. Bereken de premie
A
66,07
B
52,07
C
76,23
D
60,34

Slide 24 - Quizvraag

Resumerend
De lesdoelen waren:

  • Je weet wat verzekeren inhoudt
  •  Je kunt de premie van een verzekering berekenen
  •  Je weet wat solidariteit en  risicoaversie betekenen

Doelen bereikt?

Slide 25 - Tekstslide

EINDE

Slide 26 - Tekstslide