Present Simple bkm

Present simple
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present simple

Slide 1 - Tekstslide

Feit over jezelf

Slide 2 - Woordweb

Wat is een gewoonte
van je?

Slide 3 - Woordweb

De Present Simple
Gebruik:
- Feiten
- Gewoonten
- Routine/regelmatige gebeurtenissen

Slide 4 - Tekstslide

1. I like scary movies. 
2. He is walking the dog.
3. We danced all night .
4. She plays the piano. 
5. They are my parents. 
Present Simple
Niet de Present Simple
1. 
2.
3.
4
5.

Slide 5 - Sleepvraag

De Present Simple
Vorm:
I / you / we / they + hele werkwoord

he / she / it + werkwoord + s

Oftewel: De SHIT-rule 

Slide 6 - Tekstslide

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose

Slide 7 - Sleepvraag

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 8 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 9 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about our holiday.
A
talk
B
talks

Slide 10 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 11 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 12 - Quizvraag

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 13 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 14 - Quizvraag

(to be)
..... you at home tonight?
A
am
B
are
C
is

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer gebruiken we de Present simple?

Slide 16 - Open vraag

Hoe maken we de present simple?

Slide 17 - Open vraag

Questions

Om een vraag te maken, zet je do aan het begin van de zin:
 I like ice cream --> Do I like ice cream?
Als het onderwerp he, she of it is, gebruik je does
Bob plays football. --> Does Bob play football?
Trouwens, kijk ook eens naar wat er met de S gebeurt achter het werkwoord!





Slide 18 - Tekstslide



Questions


Maak de volgende zinnen vragend. 
Denk aan hoofdletters, vraagtekens en Do/Does! 




Slide 19 - Tekstslide

My dog likes meat.

Slide 20 - Open vraag

I never go to parties.

Slide 21 - Open vraag

Ontkenningen

Door don't of doesn't toe te voegen aan de zin.
I like cookies. --> I don't like cookies. 
She likes cookies. --> She doesn't like cookies. 

Dus... 
I/you/we/they + don't + hele werkwoord
she/he/it + doesn't + hele werkwoord
                       



Slide 22 - Tekstslide

Ontkenningen


Maak de volgende zinnen ontkennend. 
Denk aan hoofdletters, vraagtekens en don't/doesn't!







Slide 23 - Tekstslide

The girls wear the same dresses.

Slide 24 - Open vraag

The boy always cleans his plate after eating.

Slide 25 - Open vraag