M2 les 2 H30 alinea's en functiewoorden

Vandaag
Lezen - 'Boek in tas' 
Uitleg H30
Aan de slag: keuze uit tekstenlab (verkennend en uitdagend)

Planning
Nu: week 12
Diataal volgmeting: week 21 (Het resultaat telt 3 keer mee.)
Vakantie: week 17/18 (vrijdag 11 en 18 april en maandag 5 mei vervallen)

We behandelen 
H29, 30, 43, 57, 58, 73

Elke les behandelen we gezamenlijk, in tweetallen of individueel een tekst net iets boven jouw niveau. 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Lezen - 'Boek in tas' 
Uitleg H30
Aan de slag: keuze uit tekstenlab (verkennend en uitdagend)

Planning
Nu: week 12
Diataal volgmeting: week 21 (Het resultaat telt 3 keer mee.)
Vakantie: week 17/18 (vrijdag 11 en 18 april en maandag 5 mei vervallen)

We behandelen 
H29, 30, 43, 57, 58, 73

Elke les behandelen we gezamenlijk, in tweetallen of individueel een tekst net iets boven jouw niveau. 

Slide 1 - Tekstslide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert wat alinea's en functiewoorden zijn en hoe ze je helpen de structuur van een tekst te herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Heb je het begrepen? Steek 1, 2 of 3 vingers op. 
Welke van de volgende beweringen is waar?

1. In de inleiding schrijf je een conclusie. 
2. In de inleiding probeert de schrijver je te verleiden om de rest van de tekst
te lezen. 
3. In de inleiding vind je achtergrondinformatie. 

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding - het beginstuk van een tekst
Maak de lezer nieuwsgierig naar het onderwerp. Je doet dit door:
1. Maak eerst een mindmap over het onderwerp. apres ski, unieke sfeer, bewegen, skiles, pistes, blessures, samenzijn met je familie en vrienden etc. 
2. Vertel iets over het onderwerp (benoem feiten). Bijvoorbeeld: Veel Nederlanders gaan in de kerst- of voorjaarsvakantie op wintersportvakantie. 
3. Stel een vraag. Bijvoorbeeld: Wat maakt een skivakantie zo populair?
4. Vertel een anekdote. Bijvoorbeeld: Ik herinner mij dat ik 's ochtends altijd skiles had en 's middags zelf gingen skiën. We begonnen op de blauwe piste. Die is het gemakkelijkst. Ik vond het heerlijk om zoveel buiten te zijn. 
5. Sluit de inleiding af met het vertellen wat de lezer kan verwachten in het artikel. Bijvoorbeeld: In dit artikel lees je wat je kunt verwachten als je op wintersportvakantie gaat. 

Slide 5 - Tekstslide

Kern - het middenstuk van een tekst
In het middenstuk of de kern schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. Je maakt dus meerdere alinea's met elk een eigen deelonderwerp/tussenkopje.


Schrijf de belangrijkste boodschap in de eerste zin. Dit is je kernzin!
Ga op dezelfde regel verder en geef in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je signaalwoorden gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 6 - Tekstslide

Slot - het einde van een tekst
In het slot kun je:

- Een samenvatting van de tekst.
- Een conclusie trekken op basis van de kern van de tekst.
- Een advies geven.
- Een antwoord geven op de vraag die je in de inleiding hebt gesteld. 

Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken zoals dus, kortom, dat betekent.

In het slot komt nooit nieuwe informatie te staan!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Functiewoorden
Functiewoorden geven de functie van een alinea aan: de schrijver vertelt je dan letterlijk wat je in die alinea kunt verwachten. 
- meestal in de eerste zin van een alinea
- zo kan je een tekst beter begrijpen
- soms staan er geen functiewoorden -> bepaal dan zelf de functie van de alinea

De aanleiding voor het schrijven van dit artikel is om te onderzoeken of alle kinderen van patat houden. 
Bijvoorbeeld, sommige kinderen houden meer van bloemkool.
We kunnen de volgende conclusie trekken: niet iedereen is dol op patat. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
1. Huiswerk nakijken H29 opdr. 1 t/m 6
2. Maak de tekst van de vorige les af: Geschiedenis van de paashaas
3. Ben je klaar? Kies een nieuwe tekst. 

Keuze verkennend
Een beetje bloot op school moet kunnen. 

Keuze uitdagend
Dit zijn de voor- en nadelen van de zomertijd.

Begin met het werkblad en volg de instructies. Hoe? Met een maatje. 

Ben je klaar? Maak je huiswerk: H30 maken opdr. 1 t/m 4

Slide 14 - Tekstslide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald
Ik weet wat alinea's en functiewoorden zijn en hoe ze helpen de structuur van een tekst te herkennen.

Vertel....

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
We gaan verder met H31

Slide 16 - Tekstslide