Prefixes - Grammar

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Prefixes

Pre....what?

- What are Prefixes?

- When do you use them?

- How do you use them?

- Quiz

What are prefixes?

Prefixes are a combination of letters you put in front of a word.

This changes the meaning of the word. 

Voorvoegsels zijn een combinatie van letters die je voor een woord zet. 

Hiermee verander je de betekenis van het woord.

Example:

Word:  Possible (mogelijk)

Prefix: im -

New word: IMpossible (onmogelijk)

When do you use prefixes?

Prefixes: Non / um / im / il / in / ir / dis 

mean: opposite or not

Tegenovergesteld - niet

Example: 

appear - verschijnen

DISappear - verdwijnen

When do you use prefixes?

Prefixe: Re

means: again , back , in reaction to

opnieuw, terug, als reactie op

Example: 

Turn - draaien

REturn- terugkomen / terugdraaien

Another example:

Visit: bezoeken

REvisit: opnieuw bezoeken

Act: handelen (iets doen)

REact: (op iets) reageren

When do you use prefixes?

Prefix: mis -

means: wrong  - not

verkeerd - niet

 Example:

behave - gedragen

MISbehave - misdragen / niet gedragen

Practise! What is the prefix for:
agree

1. Mis (agree)
2. Dis (agree)
3. Re (agree)
4. Un (agree)

What is the prefix for:
kind

1. Re(kind)
2. Mis(kind)
3. Un (kind)
4. Non(kind)

What is the prefix for:
regular

1. Ir(regular)
2. In(regular)
3. Mis(regular)
4. Re(regular

What is the prefix for:
understand

1. Re(understand)
2. Mis(understand)
3. In(understand)
4. Dis(understand)

What is the rule?

There is no rule.

You need to learn them by heart.

Er is geen regel.

Je moet ze uit het hoofd leren. 

Maken:

Blz: 74-76

BK: 28 -29b - 30a,b

KGT: 31a,b,c,d - 32b,c  

Wat niet af is, is huiswerk voor morgen.