H1G H3 les 10

Chapitre 3





Emporte tes oreillettes! 
Au collège!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 3





Emporte tes oreillettes! 
Au collège!

Slide 1 - Tekstslide

pour mercredi 08/03
Leren voor de repetitie van H3

Slide 2 - Tekstslide

Comment vas-tu aujourd'hui? 

Je suis en pleine forme.


Je suis fatigué - fatiguée

 Je suis crevé - crevée

Je suis amoureux - amoureuse.

je suis enrhumé(e)

Je suis triste. 

Slide 3 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 4 - Tekstslide

  • actualités : kijkopdracht
  • on parle
  • révisions:
-> quelle heure est-il ? 
-> les jours de la semaine
-> les matières 
-> être et avoir

Programme
    du jour

Slide 5 - Tekstslide

actualités
1. Wat is het woord voor "step" in het Frans
2. Welke problemen worden genoemd bij het gebruiken van een elektrische step, noem er min. 2
3. Wat is nu de minimum leeftijd om zo'n step te huren/gebruiken?
4. Noem min. 1 nieuwe maatregel die de regering wil nemen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

A


Hoe laat is de pauze? 

Hou je van geschiedenis? 


B


om 10 uur

Ja, ik hou van geschiedenis

Slide 8 - Tekstslide

Révisions
-> quelle heure est-il ?     
  1. Het is 16:00
  2. het is 00.30 
  3. Het is  10:15
  4. Het is 12:45
  5. Het is 12:00m

-

Slide 9 - Tekstslide

Le verbe être = zijn
  • je suis
  • tu es 
  • il/elle on est
  • nous sommes
  • vous êtes
  • Ils/elles sont

Slide 10 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in van het ww être
Zoë.............................à la boulangerie
Vous.........................à Marseille?
Non, nous.........................à Toulouse

hij is .........................
het is........................

Slide 11 - Tekstslide

les matières

Slide 12 - Woordweb

les jours de la semaine
  • lundi 
  • mardi 
  • mercredi
  • jeudi
  • vendredi
  • samedi 
  • dimanche

Slide 13 - Tekstslide

exercice vocabulaire
devoirs /toujours / il fait chaud / préférée/ musée / marrant

  1. Le dessin, c'est ma matière ..........................................
  2. Le prof est........................................et enthousiaste
  3. En plus, on n'a pas de.......................................en dessin
  4. On va souvent au...............................pour voir des tableaux
  5. Aujourd'hui................................................dans la classe

Slide 14 - Tekstslide

 Dit is gemaakt vóór de repetitie: 
  • Oefentoets op GL
  • H4 révisions zie planner: 11 opdrachten
Groupe bleu: Fenna, Jorrit, Samuel, Jasmijn, Kelvin, Evi, Jasper

  • online slim stampen vocabulaire/grammaire//phrases-clés

Slide 15 - Tekstslide

het bezittelijk v.n.w.
C'est Isabelle, (haar) .....................frère s'appelle Nicolas.
C'est Nicolas , (zijn)......................soeur s'appelle Isabelle.
Qui est (jouw) ...................amie?
Où sont(jouw)......................livres? 
(Hun).......................prof d'économie. c'est M. Rutte

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide