H4.8 bijwoord verschil bn (les 2)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad/laptop (log in)


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad/laptop (log in)


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • verschil bw en bn
  • huiswerk nakijken
  • werkmoment
  • afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Waar zegt een bijwoord
NIETS over?
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord
C
over een bijvoeglijk naamwoord
D
over een bijwoord

Slide 3 - Quizvraag

Een bijwoord zegt altijd iets over een plaats of een tijd.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Je moet dat duidelijk zeggen.
Duidelijk is een ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 5 - Quizvraag

De auto rijdt hard.
Hard is een ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 6 - Quizvraag

Die steen is erg hard.
Hard is een ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 7 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord

Zegt iets over:
  • een zelfstandig naamwoord


Bijwoord

Zegt iets over:
  • bijvoeglijk naamwoord
  • werkwoord
  • bijwoord

Of is een restwoord als:
ook, misschien, gelukkig, ...

Slide 8 - Tekstslide

Bijwoord  / bijwoordelijke bepaling
                                        Misschien | schrijf | ik | een brief | aan hem.
functies:                              bwb        wg           o          lv                 mw

                                        Misschien schrijf  ik  een  brief  aan  hem.
soorten:                              bw           zww  psv  lw       zn      vz     psv

Slide 9 - Tekstslide

Bijwoord  / bijwoordelijke bepaling
                                  Tijdens de les | schrijf | ik | een brief | aan hem.
functies:                             bwb            wg         o          lv                 mw

                                   Tijdens  de  les  schrijf  ik  een  brief  aan  hem.
soorten:                        vz       lw zn     zww  psv  lw       zn      vz     psv

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

Maak van 4.8: 1, 6 en 8 in je leerwerkboek en schrift.




timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Werkmoment
Maak van 4.8 in je leerwerkboek opdracht 9 en 11.




Let op! Bij opdracht 11 hoef je niet te benoemen het wederkerend voornaamwoord.
Bij de telwoorden alleen aangeven of het een rangtelwoord is of een hoofdtelwoord. Je hoeft niet aan te geven of het bepaald of onbepaald is

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk staat in Magister.
  • Denk je aan het kiezen/lenen van een fictieboek uit je genre?
14 -4

Slide 13 - Tekstslide