Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1.3-1.4
1.3 Werken in de Horeca
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Algemeen
Secundair onderwijs
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
1.3 Werken in de Horeca
Slide 1 - Tekstslide
Waarvoor staat de afkorting HORECA?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Zou je zelf ooit willen werken in de Horeca?
Ja, zeker en vast!
Geen idee
Ik denk het niet.
Zeker niet!
Slide 4 - Poll
Wat zou er leuk zijn aan werken in de Horeca?
Wat zijn de voordelen?
Slide 5 - Woordweb
je beweegt veel (gratis sporten!)
heel afwisselend
sociaal
gratis eten
je leert multitasken / snel denken en handelen
fooi
Slide 6 - Tekstslide
Wat zou er niet zo leuk zijn aan werken in de Horeca?
Wat zijn de nadelen?
Slide 7 - Woordweb
hard werken
klanten die klagen
je moet heel flexibel zijn
je werkt op onregelmatige tijdstippen / feestdagen
Slide 8 - Tekstslide
p. 5
1 leerling leest een stukje van het artikel luidop voor.
Nadien een andere leerling.
Enzovoort.
Begrijp je de onderlijnde woorden?
Slide 9 - Tekstslide
uitdrukking (werkwoord)
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
klachten
polshoogte nemen
vervelend
je in de schoenen van (de gasten) verplaatsen)
de kneepjes van het vak leren kennen
focus
horecawerkzaamheden
chaotisch
de kroeg induiken
Slide 10 - Sleepvraag
Vul in:
Werken in de horeca is soms erg ...
A
chaotisch
B
lekker
C
belangrijk
D
onbegrijpelijk
Slide 11 - Quizvraag
Vul in:
Je moet ... om te weten hoe zij de horeca ervaren.
A
de kneepjes van het vak leren kennen
B
polshoogte nemen
C
de kroeg induiken
D
je verplaatsen in de schoenen van de gasten
Slide 12 - Quizvraag
Vul in:
Door ervaring ...
A
leer je de kneepjes van het vak kennen
B
neem je polshoogte
C
duik je de kroeg in
D
verplaats je je in de schoenen van de gasten
Slide 13 - Quizvraag
Vul in:
Alle activiteiten binnen de horeca, noem je ...
A
horecamedewerkers
B
horecawerkzaamheden
C
horecagasten
D
horecagelegenheden
Slide 14 - Quizvraag
Waarover ging het artikel? Vat het kort samen in 2-3 zinnetjes.
Slide 15 - Open vraag
1.4 Voorbereidende werkzaamheden
Slide 16 - Tekstslide
1.4.1 Mise en place
Slide 17 - Tekstslide
Lees het stukje cursus goed door.
Lees individueel.
Begrijp je de onderlijnde woorden niet? Zoek ze op online en noteer de betekenis in de marge van je cursus.
Slide 18 - Tekstslide
Wat is een mise en place?
Slide 19 - Open vraag
Uit welke taal komt het woord ‘mise en place’?
A
uit het Engels
B
uit het Duits
C
uit het Frans
D
uit het Italiaans
Slide 20 - Quizvraag
De mise en place gebeurt enkel in de keuken.
A
juist
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
De mise en place gebeurt enkel in de keuken.
FOUT
De mise en place doet je voor het hele restaurant.
Slide 22 - Tekstslide
Door een goede mise en place kan je een betere en snellere service aan je klanten geven.
A
juist
B
fout
Slide 23 - Quizvraag
Door een goede mise en place kan je een betere en snellere service aan je klanten geven.
JUIST
Slide 24 - Tekstslide
Bestek inrollen behoort niet tot een mise en place.
A
juist
B
fout
Slide 25 - Quizvraag
Bestek inrollen behoort niet tot een mise en place.
FOUT
Buiten de keuken gaat mise en place om praktische dingen die je service verbeteren, zoals bestek inrollen.
Slide 26 - Tekstslide
c. Wat zijn de voordelen van mise en place? Geef er 2.
Slide 27 - Open vraag
2 voordelen van mise en place
Je werkt snel omdat je weet waar alles staat en ziet het meteen als er iets op dreigt op te raken.
Je werkt schoon en netjes.
Slide 28 - Tekstslide
c. Wat zijn de nadelen van mise en place? Geef er 2.
Slide 29 - Open vraag
2 nadelen van mise en place
Je moet goed plannen. Als je te veel maakt, moet je misschien eten weggooien.
Je personeel moet eerder aanwezig zijn. Dat kost meer.
Slide 30 - Tekstslide
decanteren
welkomsthapje
bouillon
coulis
peulvruchten weken
fileren
bestek inrollen
marineren
ontbenen
Slide 31 - Sleepvraag
Wat betekent 'omzet'?
A
geld dat je verdient van alles wat je verkoopt
B
het loon dat je moet betalen aan je personeel
C
de verkoopprijs van een product
Slide 32 - Quizvraag
Vul in (met een woord uit de tekst):
De ... van het restaurant zijn tussen 17u en 21u. Dan is het erg druk.
Slide 33 - Open vraag
Vul in (met een woord uit de tekst):
Als je goed voorbereid bent, kan je een snellere ... verlenen aan je klanten. Dan kan je ze sneller bedienen.
Slide 34 - Open vraag
Vul in (met een woord uit de tekst):
Als je goed voorbereid bent, werk je .... Alles verloopt vlotter, soepeler en sneller.
Slide 35 - Open vraag
bediening
bestek inrollen
bouillon
coulis
dressing
efficiënter
garneringen
gevogelte
glazen boenen
ingrediënten
karaf
marineren
omzet
peulvruchten weken
piektijden
recept
service verlenen
vis fileren
vlees ontbenen
welkomsthapje
wijn decanteren
Begrijp je nu al deze woorden?
Slide 36 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 2: Rome en Romeins Tongeren
December 2022
- Les met
24 slides
door
Gallo-Romeins Museum
Wereldoriëntatie
Gallo-Romeins Museum
Lager onderwijs
Gallo-Romeins Museum
Zoveel goden en godinnen?!
Januari 2021
- Les met
12 slides
door
Gallo-Romeins Museum
Geschiedenis
Mens- en maatschappij
+2
Secundair onderwijs
Gallo-Romeins Museum
Tafel indekken
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Hotel
Secundair onderwijs
Samenvatting
Oktober 2024
- Les met
45 slides
ALGEMENE LOGISTIEKE TAKEN
Secundair onderwijs
Quiz Frans Les métiers
September 2023
- Les met
11 slides
Frans
Secundair onderwijs
Tijdelijke omvormingen
November 2023
- Les met
13 slides
H6 voedselveiligheid deel 2
Januari 2021
- Les met
29 slides
sociale wetenschappen
technische wetenschappen
Secundair onderwijs
L'importance des appels téléphoniques: introduction (histoire du téléphone en France + chronologie)
Januari 2023
- Les met
19 slides
Frans
Secundair onderwijs