§4.2 Wereld: Meten van welvaart en welzijn

4.2 Meten van welvaart en welzijn
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe je welvaart en welzijn meet.
  • begrijp je dat welzijn meer zegt over de levensomstandigheden in een land dan welvaart.
  • kun je een verband leggen tussen bbp/hoofd en de verdeling van de beroepsbevolking.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.2 Meten van welvaart en welzijn
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe je welvaart en welzijn meet.
  • begrijp je dat welzijn meer zegt over de levensomstandigheden in een land dan welvaart.
  • kun je een verband leggen tussen bbp/hoofd en de verdeling van de beroepsbevolking.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe je welvaart en welzijn meet.
  • begrijp je dat welzijn meer zegt over de levensomstandigheden in een land dan welvaart.
  • kun je een verband leggen tussen bbp/hoofd en de verdeling van de beroepsbevolking.

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent volgens jou welvaart?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent volgens jou welzijn?

Slide 4 - Open vraag

Wat is volgens jou het verband tussen welvaart en welzijn?

Slide 5 - Open vraag

Welvaart kun je weten door te kijken
(subjectief, eigen mening)
Welvaart kun je weten door te meten
(objectief, bewijs)

Slide 6 - Tekstslide

Meten van welvaart
Ontwikkeling kun je op twee manieren herkennen:
  1. Door het te zien (op tv, in kranten, via internet, op vakantie).
  2. Door het te meten.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe weet je of een land arm of rijk is?
Drie manieren om daar achter te komen:
  1. Het bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd) van de bevolking. Dat is alles wat in een jaar in één land wordt verdiend gedeeld door het aantal inwoners.
  2. Het welzijn (de levensomstandigheden) van mensen.
  3. De verdeling van de beroepsbevolking, dat zijn alle mensen die tegen betaling werken, plus de werklozen.

Slide 8 - Tekstslide

1 Bruto binnenlands product per hoofd
BBP per hoofd ($ / €) = alles wat in een land wordt verdiend : aantal inwoners.

Voorbeeld: In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Het totale BBP is 697 miljard euro. Het bbp/hoofd is 697.000.000.000 : 17.000.000 = € 41.000. 

In het Afrikaanse Niger is het BBP per hoofd maar € 725.

Nederland is dus een rijker land (welvarender) dan Niger.

Slide 9 - Tekstslide

Het BBP

Slide 10 - Tekstslide

Het is té 'gemakkelijk' om te zeggen het rijke noorden en arme zuiden. Deze kaart laat het BNP wereldwijd zien: hoe donkerder de kleur, des te hoger het BNP.

Slide 11 - Tekstslide

Rijk of arm? Onthoud: het bbp per hoofd is een gemiddelde! 
Niet iedereen in het land is even rijk of arm.

Slide 12 - Tekstslide

2 Hoe kun je welzijn weten?
De levensomstandigheden kun je weten door te meten:
  1. De levensverwachting  = hoe oud mensen die nu geboren worden gemiddeld zullen worden. Deze hangt sterk af van de gezondheidszorg, de hygiëne en de voedselsituatie in een land.
  2. De koopkracht = hoeveel je in elk land voor één euro of dollar kunt kopen. 
  3. De alfabetiseringsgraad = hoeveel mensen boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven. In arme landen zijn veel mensen analfabeet.

Slide 13 - Tekstslide

Verdieping in het BBP (vwo)

Slide 14 - Tekstslide

VWO: De VN-ontwikkelingsindex (Human Development Index, HDI) meet het welzijn van mensen.

Slide 15 - Tekstslide

Duitsland (€ 235,- per week)
Tsjaad (€ 0,90 per week)
0,4% van het inkomen in Duitsland

Slide 16 - Tekstslide

3 De verdeling van de beroepsbevolking
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in drie groepen:
  1. De centrumlanden = de meest ontwikkelde landen (koplopers)                      Veel mensen werken in de diensten, oftewel in de tertiaire sector.
  2. De semiperiferie = landen die flink aan het ontwikkelen zijn (volgers)          Veel mensen werken in de industrie, oftewel de secundaire sector.
  3. De periferie = de grote groep ontwikkelingslanden (achterblijvers)               Veel mensen werken in de landbouw, oftewel de primaire sector.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van paragraaf 4.2
óf 
Toets inzien

Sta je hoger dan een 7?
Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan.

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe je welvaart en welzijn meet.
  • begrijp je dat welzijn meer zegt over de levensomstandigheden in een land dan welvaart.
  • kun je een verband leggen tussen bbp/hoofd en de verdeling van de beroepsbevolking.

Slide 22 - Tekstslide