6.1

H6 Frisdrankfabriek
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H6 Frisdrankfabriek

Slide 1 - Tekstslide

Pssh... Het vertrouwde geluid als je een blikje of fles frisdrank opent. Lekker, cola. Of heb je liever icetea? 

Wat je ook kiest, voordat jij het blikje in handen hebt, is er heel veel gebeurd. 

Slide 2 - Tekstslide

Je leert in dit hoofdstuk
  • Wat er in frisdrank zit 
  • Hoe frisdrank wordt gemaakt
  • Hoe blikjes en petflessen worden gemaakt
  • Wat er allemaal gebeurt in en om een frisdrankfabriek
  • Wie de kwaliteit van de frisdrank controleert
  • Wat logistiek is

Slide 3 - Tekstslide

Je draait aan de dop van een flesje fris en je hoort 'push'. In de frisdrank ontstaan bubbels. Hoe komen bubbels in frisdrank?
A
Door het zuur in frisdrank ontstaat gas.
B
In de fabriek persen ze koolzuurgas onder hoge druk in de frisdrank.
C
In de fabriek gebruiken ze voor de frisdrank bronwater met prik.
D
In de fabriek mengen ze eerst mineraalwater met lucht.

Slide 4 - Quizvraag

Doelen 
  • Ik kan een etiket van voedingsmiddelen lezen 
  • Ik kan de begrippen ‘aroma, voedingszuren en koolzuur’ in eigen woorden uitleggen 
  • Ik kan uitleggen hoe de zuurgraad van een voedingsmiddel wordt gemeten 
  • Ik kan het verschil tussen basische-, zure en neutrale oplossingen uitleggen 


Slide 5 - Tekstslide

Wat zit er in frisdranken?
Ingrediënten: dit zijn stoffen die nodig zijn om een product te maken
Aroma`s : is een geur- of smaakstof
Voedingszuren: zijn zure stoffen die van nature in ons voedsel voorkomen (smaakt en houdbaarheid)
v.b. appelzuur, citroenzuur en fosforzuur: zuren helpen de houdbaarheid te verbeteren

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Koolzuur
Koolzuur, laat water bruisen

Dit zorgt voor prik in frisdrank

Ook is het zuur. Dat is kan je proeven en testen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe meet je de PH?
PH kun je meten met een indicator
Indicator = een stof die een ander stof kan aantonen. 

  • Zure oplossing ->  pH = tussen 0 en 7
  • Basische oplossing -> pH =  tussen 7 en 14
  • Neutrale oplossing -> pH =7

Slide 11 - Tekstslide

pH meten
Indicatoren
  • lakmoespapier
  • universeel indicatorpapier (pH-papier)

pH-meter (nauwkeuriger)

Slide 12 - Tekstslide

Je draait aan de dop van een flesje fris en je hoort 'push'. In de frisdrank ontstaan bubbels. Hoe komen bubbels in frisdrank?
A
Door het zuur in frisdrank ontstaat gas.
B
In de fabriek persen ze koolzuurgas onder hoge druk in de frisdrank.
C
In de fabriek gebruiken ze voor de frisdrank bronwater met prik.
D
In de fabriek mengen ze eerst mineraalwater met lucht.

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
Maak alle opdrachten van 6.1: 2 t/m 17. 

In de les nu: 
In de les -> bezig met project.



Slide 14 - Tekstslide