Voeding en Sport

Voeding en Sport
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding en Sport

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Macronutriënten
  • Micronutriënten
  • Afvallen en aankomen
  • Vocht
  • Leptine 

Slide 2 - Tekstslide

Macronutriënten
  • Wat zijn macronutriënten?
  • Koolhydraten, eiwitten en vetten!

Slide 3 - Tekstslide

Koolhydraten
  • Enkelvoudig of meervoudig
  • Onverteerbaar of verteerbaar

Slide 4 - Tekstslide

Koolhydraten
  • Leveren energie!
  • Suikers, zetmeel en vezels
  • Brood, pasta, groenten, fruit, etc.
  • Enkelvoudig en meervoudig > snelle suikers en langzame suikers
  • Worden opgeslagen in de lever en spieren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Glycogeen
  • Koolhydraten die worden opgeslagen in de spieren en lever > +/- 2000 kcal
  • Opslag is na 1 - 1,5 uur uitgeput
  • Aanvulling is nodig als je langer dan 75 min gaat sporten 

Slide 7 - Tekstslide

Vezels

  • Worden niet verteerd
  • Dragen bij aan de spijsvertering, verzadigd gevoel
  • Verminderen risico op hart- en vaatziekten, darmkanker, diabetes type 2
  • Plantaardige voedingsmiddelen

Slide 8 - Tekstslide

Vetten
  • Triglyceriden, fosfolipiden en cholesterol
  • Drie belangrijke functies:
  • Beschermende functie van organen en tegen kou
  • Functie bij de opname van vetoplosbare vitamines
  • Brandstof
  • Essentiële en niet essentiële vetzuren

Slide 9 - Tekstslide

Verzadigde vs onverzadigde vetten
Verzadigd
- dierlijke producten
- verhogen het cholesterolgehalte 

Onverzadigd:
- plantaardige producten en vis
- gezonder!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
  • De belangrijkste bouwstoffen van het lichaam
  • Brandstof > alleen bij intensiteit te hoog + lage voorraden van glycogeen of vetvoorraad uitgeput (hongersnood) 

Slide 12 - Tekstslide

Waar bestaan eiwitten uit?
  • Aminozuren
  • Essentieel en niet essentieel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Extra eiwitten nodig?
  • Extra herstel van spieren na intensief sporten
  • Kan variëren van 1,4 tot 2,0 gram per kg lichaamsgewicht per dag
  • Hoe? > meer eiwitrijk voedsel eten! > kwark, vlees, vis, sojaproducten, peulvruchten, zuivel, etc.
  • of natuurlijk... 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Micronutriënten
Vitamines 
Mineralen
Spoorelementen

Slide 17 - Tekstslide

Vitamines
  • Nodig voor het immuunsysteem, groei, stofwisseling, etc.
  • Alle 13 vitamines zijn essentieel
  • Wateroplosbaar en vetoplosbaar
  • Leveren geen energie

Slide 18 - Tekstslide

Vitamines
Vetoplosbaar
A, D, E, K
Wateroplosbaar
C, B1, B2, B3, B5, 
B6, B8,  B11, B12 

Slide 19 - Tekstslide

Mineralen en spoorelementen
  • Nodig voor goede werking van zenuwen en spieren, botgroei, het regelen van de vochtbalans en de groei van weefsel
  • Leveren ook geen energie
  • Essentieel
  • Spoorelementen > heeel klein beetje van nodig

Slide 20 - Tekstslide

Mineralen    

Calcium 
Magnesium
Fosfor
Kalium
Natrium 
Chloor        
Spoorelementen
Ijzer
Jodium
Koper
Zink
Selenium
Mangaan
Molybdeen
Chroom
Fluoride

Slide 21 - Tekstslide

Energie
  • Micronutriënten leveren geen energie
  • Koolhydraten leveren 4 kcal per gram > 40 tot 70 %
  • Eiwitten leveren 4 kcal per gram > minimaal 10 %
  • Vetten leveren 9 kcal per gram > 20 tot 40 %
  • Alcohol levert 7 kcal per gram 
  • Vezels leveren 2 kcal per gram

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kun je meten of iemand een goed gewicht heeft?
  • BMI (Body Mass Index) > m/h^2 
  • De BMI houdt geen rekening met de lichaamssamenstelling
  • Vetpercentage > meten met huidplooimeting of bio-impedantiemeters
  • Omvangmeting > rond het slankste deel van de taille

Slide 23 - Tekstslide

Energieverbruik
  • 80 % verbruikt je lichaam door ademhaling, temperatuurregulatie en spijsvertering
  • 20 % verbruikt je lichaam door lichamelijke activiteiten 
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Beroep
  • Activiteiten
  • Sport

Slide 24 - Tekstslide

Afvallen en aankomen
  • Energiebalans

Slide 25 - Tekstslide

Leptine
  • Verzadigingshormoon
  •  Wordt aangemaakt door je vetcellen > signaal dat je genoeg hebt gegeten > hongergevoel neemt af
  • Overgewicht > kans op leptineresistentie > langdurig te veel leptine > reageert het lichaam minder op > eetlust blijft

Slide 26 - Tekstslide

Vocht
  • De functies van water:
  • Thermoregulatie (zweten)
  • Transport (bloed)
  •  Afvoer van afvalstoffen (urine)

Vochtopname moet in evenwicht zijn met vochtverlies!
Geen aanvulling van vocht na het trainen > prestatieverlies

Slide 27 - Tekstslide

Sportdrankjes
  • Isotoon > de zoutconcentratie is gelijk aan die van het bloed
  • Hypertoon > de zoutconcentratie is hoger dan die van het bloed
  • Hypotoon > de zoutconcentratie is lager dan die van het bloed

Slide 28 - Tekstslide

Dat was 'm dan!
Macronutriënten
Micronutriënten
Afvallen en aankomen
Vocht
Leptine 

Slide 29 - Tekstslide