thema 'de gezondheid' les 3

Thema 'de gezondheid'
les 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 'de gezondheid'
les 3

Slide 1 - Tekstslide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
verzorgen
Elke dag komt iemand mijn opa verzorgen.
verplegen
Zij heeft haar zieke vader de laatste maanden voor zijn dood verpleegd.

Slide 2 - Tekstslide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

innemen
Elke morgen moet ik mijn medicijn innemen.
behandelen
De arts behandelt mijn wond

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bewegen
Bewegen is goed voor de gezondheid.
ontspannen
Om me te ontspannen, lees ik een boek.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herstellen
Hij is nog niet hersteld van zijn ziekte.
redden
Hij werd uit het water gered.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zich verzekeren
Ik verzeker me voor ziektekosten.
doodgaan / overlijden
Door corona overlijden veel mensen.
Door corona gaan veel mensen dood.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

last hebben van
Hij heeft last van zijn rug en kan daarom niet sporten.
wat is er aan de hand?
Wat is er aan de hand in het lokaal hiernaast? (Wat gebeurt er?)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gezond
Fruit en groente zijn heel gezond.
ziek
Hij ligt in bed, want hij is ziek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verkouden
Hij niest en hoest heel erg, want hij is verkouden.
dood
Iedereen gaat een keer dood.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lichamelijk
Lichamelijk is hij erg gezond.
geestelijk
Hij vergeet veel, want hij gaat geestelijk hard achteruit.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

levend
De kat at het vogeltje levend op.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenissen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betekenissen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
verzorgen
B
bewegen
C
verplegen
D
behandelen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
last hebben van
B
doodgaan
C
overlijden

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
bewegen
B
ontspannen
C
ziek
D
gezond

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met
"verzorgen".

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met
"last hebben van".

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met
"levend".

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met
"herstellen".

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met
"redden".

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies