Ierland

Ierland
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Ierland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-Aan het einde van de les kan je een tekst lezen en hier vragen bij beantwoorden
-Aan het einde van de les heb je wat algemene kennis over Ierland

Slide 2 - Tekstslide

wat weet jij al van Ierland?

Slide 3 - Woordweb

welke kleuren heeft de Ierse vlag?
A
geel, wit en groen
B
groen, wit en oranje
C
geel, blauw en rood
D
rood, wit en groen

Slide 4 - Quizvraag

wat is de hoofdstad van Ierland?
A
Dublin
B
Buaya
C
Monyet
D
Galway

Slide 5 - Quizvraag

Wat zit er in een typisch Iers ontbijt
A
worstjes, broccoli, brood & limonade
B
worstjes, bacon, eieren & saucijzen
C
bacon, ui, tomaat & soep
D
eieren, gehakt, taart & friet

Slide 6 - Quizvraag

Welke taal wordt het meest gesproken?
A
Iers
B
Frans
C
Engels
D
Noors

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Read the introduction
Leprechauns and other fairies
Irish children are told that at the end of every rainbow there is a leprechaun with a pot of gold. Leprechauns are very clever and fast. They’ve got red hair and a beard and they usually wear a green suit and hat and often a leather apron. They live alone in the countryside and make shoes. If you are ever lucky enough to catch one of these small fairies, he has to grant you three wishes!

Slide 9 - Tekstslide

what sort of creature is a leprechaun
A
red hair, beard, usually wear a green suit and hat and often a leather apron.
B
usually wear a red suit, cap and a cotton apron
C
usually wear a green hat, yellow suit and no apron.
D
usually wear a green suit, hat and cotton apron.

Slide 10 - Quizvraag

If you could catch a leprechaun, what would you wish for and why?

Slide 11 - Open vraag

Now continue with exercise 3+4 (chapter 5)

Slide 12 - Tekstslide

Heb je de leerdoelen gehaald?
(vragen beantwoorden bij een tekst & algemene kennis over Ierland)
A
ja!
B
een beetje
C
nee.

Slide 13 - Quizvraag