SPQR 6: verhaal en wrden

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Deze les: tekst 6

-  wat weet je al van Castor en Pollux?

- een paar woordjes les 6 oefenen

- eerste alinea van tekst 6 meerkeuzevertaling

NEEM TEKST in TEKSTBOEK/ STENCIL EN JE SCHRIFT VOOR JE

Castor et Pollux

Samenvatting

- Zoons van Jupiter en Leda

- ene sterfelijk, ander niet

- twee alternatieve uitkomsten

- tekst 6: bemoeien zich met overwinning van Rome 
(oorlog tussen Rome en de Latijnen, 496 v.Chr.)

Tempel

van Castor en Pollux
op het forum

Wat betekent:
pugna

1. dus
2. strijd
3. teken
4. verhaal

Wat is de vertaling van equus?

1. oorlog
2. leider
3. paard
4. forum

dux

1. nederlaag
2. vrede
3. aanvoerder
4. woord

Wat is de vertaling narrare?

1. vechten
2. liefhebben
3. (feest)vieren
4. vertellen

vita

1. beloning
2. boom
3. (het) leven
4. lichaam

Wat betekent pugnare?

1. vluchten
2. vechten
3. lopen
4. lachen

Romani bellum gerunt,

1. De Romeinen voeren oorlog,
2. Rome voert oorlog,
3. De oorlog voert de Romeinen,
4. De Romeinen dragen in de oorlog,

sed haud facile est victoriam parere.

1. maar de overwinning behalen is helemaal niet gemakkelijk
2. maar hij behaalt de overwinning niet gemakkelijk
3. maar het is helemaal niet gemakkelijk om de overwinning te behalen
4. maar het is heel gemakkelijk om de overwinning te behalen

Dux Romanorum cladem timet.

1. De nederlaag maakt de Romeinse leider bang.
2. De leider is bang voor de Romeinen met de nederlaag.
3. De aanvoerder vreest de nederlaag met de Romeinen.
4. De generaal is bang voor een nederlaag van de Romeinen.

Auxilium deorum orat.

1. Hij smeekt bij de goden om hulp.
2. Hij smeekt om hulp van de goden.
3. Hij bidt om hulp van de goden.
4. De goden smeken hem om hulp.

Subito sonitus ungularum!

1. Plotseling maken de hoeven geluid.
2. Plotseling is er geluid van hoeven
3. Door het geluid hoort hij plotseling de hoeven.

Equi accedunt. Equi sunt candidi et ingentes.

1. De paarden naderen. De paarden zijn stralend wit en enorm groot.
2. Ze naderen op paarden. Ze zijn stralend wit en enorm groot.
3. Met paarden naderen zij. Zij zijn stralend wit en enorm groot.

Dicunt: ''Non sunt viri, sed dei!

1. Zij zeggen: ''Er zijn geen mannen, maar goden!
2. Zij zeggen: ''Zij zijn geen goden, maar mannen!
3. Zij zeggen: "Zij zijn geen mannen, maar goden!
4. Zij zeggen: ''Wij hebben geen mannen, maar goden!

Si in pugna dei Romanis favent,

1. Als de Romeinen in het gevecht steun geven aan de goden,
2. Als de goden in het gevecht steun geven aan de Romeinen,
3. Als het gevecht steun geeft aan de Romeinen
4. Als de goden steun geven met de Romeinen in het gevecht,

vincere nobis fas non est.''

1. is het voor ons niet mogelijk om te (over)winnen
2. is het met ons niet mogelijk te (over)winnen
3. is het voor ons mogelijk om te (over)winnen
4. is het met ons mogelijk te (over)winnen

Ideo hostes fugiunt.

1. Daarom verjagen zij de vijanden.
2. Daarom vlucht de vijand.
3. Daarom vluchten de vijanden.
4. Daarom vluchten zij met de vijanden.

Sic auxilio Castoris et Pollucis Romani hostes vincunt.

1. Zo overwinnen de Romeinen met hulp van C. en P. de vijanden.
2. Zo overwinnen de vijanden met hulp van C. en P. de Romeinen.
3. Zo overwinnen C. en P. de vijanden.