Thema 2 Herhaling Bs4, Uitleg Bs5

Thema 2
Organen en cellen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Bs4 herhalen en 
oefenen met Bs5 De Celkern
- Chromosomen
- Bouw van DNA
- Functie van DNA
- Erfelijke eigenschappen
- Genen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan jullie doen?
  • Enkele vragen vorige Basisstof
  • Nieuwe leerdoelen doornemen
  • Als je klaar bent met deze lesson-up heb je tijd voor de opdrachten uit je werkboek van Basisstof 5 (1 t/m 9) T
  • Daarna kun je de les afsluiten met flitskaarten en Test Jezelf via de digitale methode

Slide 3 - Tekstslide

Sleep het juiste  woord naar de juiste cijfer
1
2
3
4
kernplasma
celmembraan
kernmembraan
cytoplasma

Slide 4 - Sleepvraag

Welke celorganellen kunnen wel in een plantaardige cel voorkomen maar niet in een dierlijke cel
A
grote vacuole, celkern, plastiden
B
celwand, plastiden en een grote vacuole
C
celwand, celkern en celmembraan
D
celkern, plastiden en cytoplasma

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding zie je 3 verschillende soorten plastiden.
Geef hieronder antwoord op de
vragen die in de afbeelding staan. Klik op
de afbeelding om de vragen te lezen!

Slide 6 - Open vraag

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, een kleurstofkorrel
C
ja, een bladgroenkorrel
D
ja, een zetmeelkorrel

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen Bs5 De Celkern
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
  • Je kunt de bouw van DNA beschrijven
  • Je kunt de functie van DNA beschrijven
  • Je weet wat erfelijke eigenschappen zijn
  • Je weet wat genen zijn en wanneer deze actief zijn

Slide 8 - Tekstslide

De celkern
  • Iedere celkern bevat Chromosomen
  • Chromosomen zijn langgerekte dunne draden
  • Alleen als de cel zich gaat delen zijn de Chromosomen
    zichtbaar. Anders niet. 
  • Chromosomen bestaan uit de stof DNA
  • DNA Bevat erfelijke informatie
  • Een stukje informatie op het DNA heet een gen
  • 1 Gen bevat informatie over 1 erfelijke eigenschap.
    Bijvoorbeeld oogkleur.
  • Eén chromosoom heeft meerdere genen en  kan dus 
    informatie vertellen over meerdere eigenschappen

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel Chromosomen?
  • Elke lichaamscel van de mens bevat een kern met 46 chromosomen
  • Chromosomen komen altijd in paren voor.
    Een menselijke cel heeft dus 23 paar chromosomen in iedere celkern.
  • Van ieder paar heb je er één van je moeder en één van je vader gekregen. 
  • In alle cellen van je lichaam zit een celkern. In iedere celkern zit dezelfde informatie over jouw lichaam. Maar de informatie over je oogkleur staat in een cel in je tenen niet 'aan'. 
  • Per organisme verschilt het aantal chromosomen (kijk maar op de volgende dia!)

Slide 10 - Tekstslide

Een vraag over de volgende dia
Per organisme verschilt het aantal chromosomen.
Twee vragen die je na de volgende dia kunt beantwoorden:
  1. Hoeveel chromosomen heb je bij elkaar als je 10 cellen van de de kat bekijkt? Leg je antwoord uit met een berekening.
  2. Hoeveel chromosomen uit 1 cel van de kat heeft hij van zijn moeder gekregen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1. Hoeveel chromosomen heb je bij elkaar als je 10 cellen van de de kat bekijkt?
Vraag 2. Hoeveel chromosomen uit 1 cel van de kat heeft hij van zijn moeder gekregen?

Slide 13 - Open vraag

Wat is/doet DNA denk je?

Slide 14 - Open vraag

0

Slide 15 - Video

0

Slide 16 - Video

Bouw van een chromosoom
  • Het ding heet chromosoom.
  • Een chromosoom bestaat uit de stof DNA
  • DNA is opgebouwd uit twee strengen met daaraan basen
  • Er zijn 4 basen die samen steeds een gen vormen:
    A, C, G, T
    (Een gen is informatie over 1 erfelijke eigenschap)
  • De basenparen  A-T  zijn altijd verbonden aan elkaar en
    de  basenparen C-G  
 

Slide 17 - Tekstslide

Je hebt de helft van een DNA-streng. Op deze streng zitten de basen ATGGCCTTTA, welke basen zitten op de streng die er tegenaan past? Let op, werk met hoofdletters en zonder spatie!

Slide 18 - Open vraag

Functie
  • informatie voor erfelijke eigenschappen opgeslagen in de volgorde van basenparen
  • je erft de informatie van je ouders
  • ook omgeving en leefwijze heeft invloed op je erfelijke eigenschappen 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Genen
  • elke lichaamscel bevat alle erfelijke informatie van een organisme
  • basenparen die nodig zijn voor een of meer eigenschappen vormen gen
  • een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft
  • welke genen actief zijn, hangt af van plaats van de cel in lichaam

Slide 21 - Tekstslide

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern

Slide 22 - Quizvraag

Klaar met de lesson-up
Maak nu de opdrachten van Basisstof 5 uit je werkboek af
Als je nog tijd hebt kun je ook de test jezelf (=huiswerk) maken van Bs5

Slide 23 - Tekstslide

Lastig?
Neem de volgende video nog eens door

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video