2024 Les 1 1D

2024: les 1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2024: les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rooster 1D
Dinsdag       : 4e + 5e uur
Donderdag : 1e uur
Vrijdag          : 6e + 7e uur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 5-9 2024
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands? 
-Wie ben jij?



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Ploeg
a.ploeg@vsodaafgeluk.nl (Magister)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Ploeg
docent Nederlands

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ploeg
De ploeg is een landbouwwerktuig dat in de akkerbouw (op de akkers wordt ons eten verbouwd) wordt gebruikt om de grond, te keren, te verkruimelen en schoon te maken. Ploegen is noodzakelijk om de grond losser te maken, waardoor de bodemstructuur en afwatering verbetert.  
Bij het ploegen worden de restanten van het geoogste gewas met zijn wortels en het onkruid ondergeploegd, waardoor die als meststof dienen. Het zaaien en het ontkiemen gaat hierdoor gemakkelijker .

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ploeg



Ploeg kan verwijzen naar:
Ploeg (landbouwwerktuig), een werktuig voor landbewerking of het werken daarmee (het ploegen).
Ploeg (ski), een techniek bij het skiën.

Team, een groep mensen met een gemeenschappelijk doel
Ploegendienst, een groep mensen die gezamenlijk werken volgens een vast rooster.
Sneeuwploeg, een werktuig om een weg vrij te maken van sneeuw en ijs.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Docent Nederlands mevrouw Ploeg

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Synoniem = 'samen' woord
ploeg = landbouwwerktuig      dit noemen we een synoniem
ploeg = team                                   dit noemen we een synoniem

 -woorden die ongeveer hetzelfde betekenen-

Weet je voorbeelden van synoniemen?

Slide 13 - Tekstslide

global system for mobile communications
gsm=mobile telefoons
Telefonie of telefoon (Grieks: τήλε (tèle), "ver", en φωνή (phónè), "geluid") is een telecommunicatiesysteem voor gesprekken tussen personen die zich buiten gehoorbereik van elkaar bevinden.
Synoniem = evenwoord
Weet je voorbeelden van synoniemen?
1. synoniem = 
2. etage= 
3. tafel=
4. kapot=
5. prachtig=
6. slecht=


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synoniem = evenwoord
Weet je voorbeelden van synoniemen?
1. synoniem = evenwoord
2. etage= verdieping
3. tafel=bureau, tafel van 4
4. kapot=stuk
5. prachtig=fantastisch, mooi
6. slecht=verkeerd, negatief


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homoniem 
Het klinkt hetzelfde, je schrijft het hetzelfde, maar je bedoelt wat anders. 



Het klinkt hetzelfde en je schrijft het hetzelfde.
Maar er zijn meerdere betekenissen.
homo=gelijk
homoniem = 1 woord met meerdere betekenissen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een woord kan meerdere betekenissen hebben. 




Ploeg kan zowel landbouwwerktuig als team betekenen.
 Bank kan zowel zitmeubel als geldinstelling betekenen.
 Schop kan zowel schep als trap met de voet  betekenen. 
Vorst  kan zowel heerser (voorste) als temperatuur lager dan 0 °C (vriezen) als .(dak)vorst ("nok"),  "het verste gedeelte" betekenen.
Band kan zowel een relatie als een wiel betekenen. 
Arm kan zowel een lichaamsdeel betekenen of 'niet rijk'. 
Gerecht  kan zowel rechtbank als  maaltijd betekenen.
BUS? BEVALLEN? KUSSEN?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synoniem   = woorden die hetzelfde betekenen (samen-woord)
prachtig = mooi

 

Homoniem = 1 woord met meerdere betekenissen ( gelijk-woord)
bank = om op te liggen
bank =om geld op te zetten
X
X
X
X

Slide 18 - Tekstslide

Homo (Oudgrieks: ὁμός; homos; "gelijk", Latijn: "mens")

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ploeg = naam

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands?
-Wie ben jij?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgen we het vak Nederlands? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgen we het vak Nederlands? 
Denk eerst even na.
Wie het weet, mag z'n vinger opsteken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijgen we het vak Nederlands? 
Wat verwacht je van het vak Nederlands?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
Lezen
Spreken
Grammatica
Spelling
Schrijven

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands?
-Wie ben jij?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het blad in.
-Neem de tijd om na te denken.
-Neem de tijd om duidelijk te schrijven.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands?
-Wie ben jij?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

*Achternamen
*Synoniem   = woorden die hetzelfde betekenen (samenwoord)
prachtig = mooi

*Homoniem = 1 woord met meerdere betekenissen (gelijkwoord)
bank = om op te liggen
bank =om geld op te zetten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Fijne dag!!!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 6-9 2024
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands? 

-Je eigen alfabet maken. 
-Boekenlegger.
Kleuren LessonUp bespreken.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Programma
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands?
-Het ontstaan van het alfabet (Wikiwijs  introductieopdracht 1).
-Je eigen alfabet maken (Wikiwijs introductieopdracht 2). 

-Boekenlegger.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak je eigen alfabet
Stap 1: Ontwerp je eigen letters, je eigen alfabet.
Stap 2: Maak een boekenlegger. Gebruik je eigen alfabet om je naam te schrijven. 
Stap 3: Plastificeer de boekenlegger. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
-Wie ben ik?
-Waarom het vak Nederlands?
-Het ontstaan van het alfabet (Wikiwijs  introductieopdracht 1).
-Je eigen alfabet maken (Wikiwijs introductieopdracht 2). 
-Boekenlegger.

-Vul het vragenblad in. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies