3.1 Leven in de Sovjet-Unie (B)

Het Interbellum
3.1 Leven in de Sovjet-Unie (B)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het Interbellum
3.1 Leven in de Sovjet-Unie (B)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

1. Activeren voorkennis
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Tekstslide


Welke Tsaar werd afgezet en later ook door de communisten omgebracht? 
A
Tsaar Nicolaas II
B
Tsaar Vladimir III
C
Prinses Sisi
D
Tsaar Ferdinand I

Slide 3 - Quizvraag


Wie hoort niet in het rijtje thuis?
A
Lenin
B
Stalin
C
Tolstoj
D
Gorbatsjov

Slide 4 - Quizvraag


Wie hoort niet in het rijtje thuis?
A
Kapitalisme
B
Planeconomie
C
Collectivisatie
D
Communisme

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je weet de betekenis van de begrippen totalitaire samenleving en planeconomie.  

2. Je weet wie Lenin en Stalin waren. 

3. Je weet hoe het leven in de SU was voor de normale burger. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie

Zoals gisteren besproken moest tijdens de Russische Revolutie van 1917 Tsaar Nicolaas II aftreden. Hij had gezorgd voor veel ongelijkheid in het land en veel armoede. Ook ging de Eerste Oorlog maar door waardoor ontzettend veel boeren sneuvelden. 

Slide 8 - Tekstslide

Theorie

De communisten kwamen in 1917 aan de macht. Ondanks dat dit een verschil was met de tsaar, waren veel burgers het oneens met de communisten. Dit kwam omdat de communisten zorgden voor een totalitaire samenleving

Opschrijven:
Een totalitaire samenleving is een samenleving waarin de overheid alle macht in handen heeft en grote invloed heeft op het leven van de burgers. Het individu is onbelangrijk! 

Slide 9 - Tekstslide

Theorie

Om mensen te vinden die het niet eens waren met de totalitaire samenleving werd de geheime politie ingeschakeld. Miljoenen mensen zijn door deze geheime agenten opgepakt, gemarteld of doodgeschoten. Ook verdwenen ze in strafkampen (lees: concentratiekampen). 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Theorie

Stalin maakte gebruik van terreur: hij liet miljoenen mensen oppakken en martelen. Wanneer men had bekend tegen het communisme te zijn, werden ze doodgeschoten of opgesloten in een strafkamp. Iedereen leefde daar in angst. Ook omdat iedereen van de geheime politie kon zijn. Ook iemand uit je eigen familie, buurman, collega of vriend.. 

Slide 12 - Tekstslide

Theorie

Opschrijven:
Terreur is het gebruiken (of dreigen) van geweld toestaan tegen willekeurige personen door of namens de overheid. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Theorie

Mensen uit de SU hielden wijs hun mond. Toch vonden ze het maar vreemd dat er zo veel mensen verdwenen. Omdat Stalin wou dat er geen rellen uitbraken liet hij showprocessen organiseren. Openbare rechtszaken waarin mensen zichzelf moesten beschuldigen van allerlei misdaden. 

Opschrijven:
Showproces: Rechtszaak waarvan de uitkomst vooraf al vaststaat. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Theorie

Onder Stalin werd in de SU gedaan aan collectivisatie en planeconomie. Lees dit zelf aandachtig door op pagina 71!

Opschrijven:
Collectivisatie: Samenvoegen van kleine zelfstandige bedrijven tot ,een groot, gemeenschappelijk bedrijf. 

Planeconomie: Systeem waarin de overheid besluit wat en hoeveel er geproduceerd wordt. 

Slide 18 - Tekstslide

Stalin
https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wie-was-stalin/#q=stalin
Lenin 
https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wie-was-lenin/#q=lenin

Slide 19 - Tekstslide

Beeldmateriaal

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aan de slag

1. Maken biografie Stalin en Lenin (zie handboek en schrijf onder aantekeningen) in 10-20 woorden. 

2. Maken opdrachten van paragraaf 3.1: 
                    1, 2, 3c, 4, 6, 8, 11 en 13a. 

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken

1. Je weet de betekenis van de begrippen totalitaire samenleving en planeconomie.  

2. Je weet wie Lenin en Stalin waren. 

3. Je weet hoe het leven in de SU was voor de normale burger. 

Slide 23 - Tekstslide