thema 7 opslag, uitscheiding en bescherming

thema 7 opslag, uitscheiding en bescherming

Leerdoelen

Je weet waaruit het inwendig mileu bestaat.

Je weet 2 manieren hoe we stoffen opnemen in inwendig. 

Je weet 4 plekken waar we opslag hebben.

Je kunt 3 (nieuwe)manieren van uitscheiding noemen

Inwendig en uitwendig

Inwendig milieu: Bloedplasma en weefselvloeistof.

Doel: zo constant mogelijk houden.

Uitwendig milieu: Omgeving eromheen

Weefselvloeistof

Vloeistof tussen de cellen
Zuurstof en voedingsstoffen worden uit het weefselvloeistof gehaald
Afvalstoffen worden er juist aan afgegeven

Inwendig of uitwendig?

Lucht in de longen

Inhoud darmkanaal

Uitscheiding

van inwendig naar uitwendig milieu

- Nieren: urine met water, ureum en zouten.

- Lever: gal met galkleurstoffen.

-Longen: koolstofdioxide

Opname

van uitwendig naar inwendig milieu

-Darmkanaal: opname voedingsstoffen.

- Longen: opname zuurstof.

Opslag

bewaren in je inwendige milieu

- Lever: glucose (als glycogeen), mineralen, vitamines.

- Spieren: glucose (als glycogeen).

- Onderhuids bindweefsel: Vet

-Gele beenmerg van pijpbeenderen: Vet

Er is teveel glucose!

Langerhans maakt : Insuline

glucose opslaan als glycogeen

Er is te weinig glucose!

Langerhans maakt glucagon!

Glycogeen wordt omgezet in glucose