In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
5.3 Planten voeden zich
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een plant nodig heeft, om voedingsstoffen te kunnen maken. (bron 2)
Je kun benoemen wat de wortels van een plant opnemen uit de grond. (bron 2)
Je kunt uitleggen waar de huidmondjes zich bevinden en waar de plant ze voor gebruikt. (bron 2)
Je kunt het begrip fotosynthese uitleggen aan de hand van de volgende begrippen: glucose, zuurstof, water, koolstofdioxide, licht. (bron 3, 4, 5)
Je kunt vertellen waar in de plant, de fotosynthese plaatsvindt. (bron 4)
Je kunt vertellen welke voedingsstoffen een plant uit glucose kan maken en waar de plant deze voedingsstoffen voor gebruikt. (bron 6, 7, 8)
Je kunt vertellen waar planten hun reservevoedsel op kunnen slaan en waar ze dat reservevoedsel voor gebruiken. (bron 7, 8)
Slide 3 - Tekstslide
Welke voedingsstoffen nemen planten op?
Water - de wortelharen aan de wortels zuigen water op uit de bodem
Mineralen - In het water zitten mineralen zoals stikstof en ijzer. Deze heeft de plant nodig om te kunnen groeien. Mineralen gaan van de wortels, via de vaatbundels, naar de bladeren.
Koolstofdioxide - Via huidmondjes in het blad, haalt de plant het gas koolstofdioxide uit de lucht.
Slide 4 - Tekstslide
Welk plantenonderdeel neemt koolstofdioxide op uit de lucht?
A
Stengel
B
Wortel
C
Bloem
D
Huidmondjes
Slide 5 - Quizvraag
Fotosynthese
Planten kunnen hun eigen voedingsstoffen maken. Dat kunnen dieren niet.
Planten hebben daar koolstofdioxide, water en mineralen voor nodig.
De plant maakt daar dan glucose en zuurstof van. Dit gebeurt in de bladgroenkorrels, in de cellen van bladeren en stengels van de plant.
Hier heeft de plant licht voor nodig.
Dit noem je fotosynthese.
Bron 3
Slide 6 - Tekstslide
Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.
Slide 7 - Quizvraag
Fotosynthese (maken van glucose)
De plant heeft nodig:
- koolstofdioxiode
- water
- zonlicht
Er onstaat vervolgens:
- glucose
- zuurstof
Bron 5
Slide 8 - Tekstslide
uitlegfilmpjes voor thuis
zie volgende dia's
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht
Slide 12 - Sleepvraag
Glucose en zuurstof
De plant gebruikt glucose als energiebron.
Met de glucose die de plant niet gelijk gebruikt voor energie, maakt de plant verschillende voedingsstoffen, zoals:
- zetmeel (reservevoedsel)
- Vetten (reservevoedsel)
- Eiwitten (Voor de groei van de plant)
Het zuurstof wordt niet door de plant gebruikt.
Het zuurstof verlaat het blad weer via de huidmondjes, en komt zo weer in de lucht terecht.
Bron 6
Slide 13 - Tekstslide
Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt
Slide 14 - Quizvraag
Voedingsstoffen
Als wij planten eten (groente en fruit) krijgen wij dus de voedingsstoffen binnen die de plant gemaakt heeft.
Bedankt plant!
Slide 15 - Tekstslide
Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water
Slide 16 - Sleepvraag
In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Bewaren van reservestoffen
De plant kan zijn reservevoedsel op verschillende manieren opslaan:
Knol - Verdikte wortel of stengel onder de grond (bijvoorbeeld een aardappel)
Bol - Verdikte bladeren onder de grond (bijvoorbeeld een ui)
Zaden - In de zaadlobben zit reservevoedsel, voor de nieuwe plant (bijvoorbeeld pinda's)
Knollen en bollen zijn speciale organen van de plant, om voedsel in op te slaan.